Ontvangen 10 december 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
D
In artikel 8.4 wordt onder vernummering van het eerste en tweede lid tot tweede en derde lid een lid ingevoegd, luidende:
1. De voordracht voor een krachtens artikel 1.12f, eerste lid, 1.12h of 2.9a vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Voor de uitwerking van het programma stikstofreductie en natuurverbetering worden bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) nadere regels gesteld over de inhoud van het programma, het verzamelen en verstrekken van gegevens, de beoordeling of wordt voldaan aan de omgevingswaarde en de tussentijdse doelstellingen, en de verslaglegging. Verder worden bij AMvB activiteiten van de bouwsector aangewezen die worden vrijgesteld van de Natura 2000-vergunningplicht. De regering wijst erop dat parlementaire betrokkenheid steeds verzekerd is door de voorhangprocedure die onder de Omgevingswet geldt voor de totstandkoming en wijziging van AMvB’s (artikel 23.5, eerste lid). Echter, de regering streeft naar 1 januari 2022 als inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet. Om toch snel zekerheid over het wettelijke kader te kunnen bieden, is er daarom ook een wettelijk kader uitgewerkt onder de huidige Wet natuurbescherming (artikel I). Indieners willen zeker stellen dat ook op grond van de Wet natuurbescherming sprake zal zijn van parlementaire betrokkenheid bij de AMvB’s.
Geurts