Gepubliceerd: 5 november 2020
Indiener(s): Bart van Kent
Onderwerpen: belasting financiƫn ouderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35520-7.html
ID: 35520-7

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID VAN KENT

Ontvangen 5 november 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «stijging» ingevoegd «of daling».

II

In de beweegreden wordt na «stijging» ingevoegd «of daling», en wordt na «stijgen» ingevoegd «, of te doen laten dalen».

III

De aanhef van artikel I wordt vervangen door «De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien de pensioengerechtigde leeftijd op grond van artikel 7a voor een kalenderjaar lager is vastgesteld dan de pensioengerechtigde leeftijd in het voorgaande jaar en een pensioengerechtigde deze lagere leeftijd al in dat voorgaande jaar heeft bereikt, ontstaat het recht op ouderdomspensioen in afwijking van het eerste lid met ingang van 1 januari van het jaar waarvoor de verlaagde pensioengerechtigde leeftijd is vastgesteld.

B

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:»

IV

In artikel I wordt onderdeel B (nieuw) als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 2 wordt aan het slot ingevoegd « en wordt na «verhoging» ingevoegd «of verlaging»».

2. In onderdeel 3 wordt het tweede lid als volgt gewijzigd:

  • a. Na «verhoging» wordt telkens ingevoegd «of verlaging» en na «verhoogd» wordt ingevoegd «of verlaagd».

  • b. In de tweede zin wordt «negatief is of minder dan 0,25 bedraagt» vervangen door «minder dan 0,25 en meer dan – 0,25 bedraagt».

  • c. In de derde zin wordt na «0,25 of meer» ingevoegd «dan wel – 0,25 of minder» en wordt aan het slot voor de punt ingevoegd «, onderscheidenlijk min drie maanden».

3. In onderdeel 4 wordt na «derde lid» ingevoegd «wordt na «verhoging» ingevoegd «of verlaging» en».

V

In artikel II wordt het achtste lid als volgt gewijzigd:

1. In de tweede zin wordt na «verhoogd» ingevoegd «of verlaagd».

2. In de derde zin wordt «negatief is of vóór afronding minder dan 1 bedraagt» vervangen door «vóór afronding minder dan 1 en meer dan – 1 bedraagt».

3. In de vierde zin wordt na «1 of meer» ingevoegd «dan wel – 1 of minder» en wordt de punt aan het slot vervangen door «, onderscheidenlijk – 1».

VI

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIa. WIJZIGING VAN DE WET INKOMSTENBELASTING 2001

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.68, vierde lid, wordt in de derde volzin «verlaagd met» vervangen door «verlaagd of verhoogd met» en aan het slot voor de punt ingevoegd «, met dien verstande dat bij een verhoging van de pensioenrichtleeftijd het percentage wordt verlaagd en bij een verlaging van de pensioenrichtleeftijd het percentage wordt verhoogd».

B

Artikel 3.127 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt in de derde volzin «verlaagd met» vervangen door «verlaagd of verhoogd met» en aan het slot voor de punt ingevoegd «, met dien verstande dat bij een verhoging van de pensioenrichtleeftijd het percentage wordt verlaagd en bij een verlaging van de pensioenrichtleeftijd het percentage wordt verhoogd».

2. In het zevende lid wordt in de derde volzin «verlaagd met» vervangen door «verlaagd of verhoogd met» en aan het slot voor de punt ingevoegd «, met dien verstande dat bij een verhoging van de pensioenrichtleeftijd de vermenigvuldigingsfactor wordt verlaagd en bij een verlaging van de pensioenrichtleeftijd de vermenigvuldigingsfactor wordt verhoogd».

Toelichting

Als de levensverwachting stijgt dan stijgt de AOW-leeftijd in de toekomst ook. Dit wordt in een formule in de wet vastgelegd. Met dit amendement wordt geregeld dat de AOW-leeftijd volgens dezelfde formule daalt als de levensverwachting afneemt in de toekomst. Ook wordt de pensioenrichtleeftijd, het dotatiepercentage voor de fiscale oudedagsreserve en de opbouwruimte in de derde pijler aangepast als de levensverwachting daalt.

In het nieuwe derde lid van artikel 7 van de AOW wordt verduidelijkt dat na een verlaging van de AOW-leeftijd het recht op AOW niet eerder kan ontstaan dan per 1 januari van dat jaar in het geval dat de lagere AOW-leeftijd al in het voorgaande jaar is bereikt.

Van Kent