Voorgesteld 25 mei 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat gemeenten, provincies en waterschappen op diverse beleidsterreinen in gemeenschappelijke regelingen samenwerken;
overwegende dat decentrale overheden naast samenwerkingen in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen ook regelmatig via privaatrechtelijke constructies, bijvoorbeeld via akkoorden, convenanten en andere vormen, samenwerkingen aangaan;
overwegende dat de controle- en participatiemechanismen die op gemeenschappelijke regelingen van toepassing zijn niet gelden voor privaatrechtelijke samenwerking, terwijl decentrale volksvertegenwoordigers ook op dit soort samenwerkingen goed zicht moeten kunnen houden;
verzoekt de regering, om in overleg met de decentrale overheden een kader op te stellen voor democratische controle op privaatrechtelijke samenwerkingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bromet