Gepubliceerd: 10 juni 2020
Indiener(s): Bram van Ojik (GL)
Onderwerpen: immigratie migratie en integratie
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35476-7.html
ID: 35476-7

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID VAN OJIK

Ontvangen 10 juni 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de aanduiding «1.» en wordt «een jaar na inwerkingtreding ervan» vervangen door «met ingang van 1 april 2021».

2. Het tweede lid vervalt.

II

Artikel 5 vervalt.

Toelichting

Het wetsvoorstel regelt dat de tijdelijke wet blijft gelden indien binnen een jaar na inwerkingtreding een voorstel voor een permanente regeling bij de Kamer is ingediend. Gelet op de mogelijkheden die de regering heeft om gedurende de behandeling te vertragen, is een dergelijke regeling wat de indiener betreft inherent ondemocratisch en onwenselijk. De indiener acht het de verantwoordelijkheid van de regering om tijdig een permanente wet behandeld te krijgen indien zij een nieuwe wet wenselijk acht. Zeker wanneer het de opschorting van fundamentele onderdelen van het bestuursrecht betreft die in het leven zijn geroepen om de positie van burgers ten opzichte van de overheid te versterken, acht de indiener het onwenselijk dat van een twijfelachtige constructie gebruik wordt gemaakt in de wetgeving. De indiener is bovendien met de Afdeling advisering van de Raad van State van oordeel dat nu de regering van oordeel is dat de problematiek van de doorlooptijden met ingang van 2021 opgelost zou moeten zijn, het in de rede ligt deze tijdelijke wet op die datum of kort daarna te laten vervallen. De Afdeling stelt als einddatum 1 april 2021 voor. Op deze datum zal de regering een jaar lang de tijd hebben gehad om de opgelopen achterstanden weg te werken.

Dit amendement regelt daarom dat de tijdelijke wet hoe dan ook op 1 april 2021 zal vervallen.

Van Ojik