Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2022
Op 6 juli 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND zoals deze gold van 11 juli 2020 tot 11 juli 2021 (Stb. 2020, nr. 242).1
In deze uitspraak oordeelt de Afdeling dat de uitschakeling van de mogelijkheid om in de periode van 11 juli 2020 tot 11 juli 2021 bij de bestuursrechter een beroep in te dienen tegen het niet tijdig nemen van een besluit, in strijd is met het Unierecht en daarom onverbindend is.
De uitspraak en de gevolgen hiervan voor de uitvoering van de Tijdelijke wet worden momenteel bestudeerd. Hierbij wordt ook gekeken naar de impact die deze uitspraak heeft op het bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel Herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken (Kamerstuk 35 749, nr. 2). Om uw Kamer op een juiste wijze te kunnen informeren, houd ik de verzending van de nota ten aanzien van het verslag (Kamerstuk 35 476, nr. 9) over het wetsvoorstel voor de definitieve afschaffing van dwangsommen vooralsnog aan. Ik zal uw Kamer na het reces nader over informeren over de gevolgen van deze uitspraak.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg