Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gemeenten, provincies en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba meer ruimte voor maatwerk te geven en het aan de gemeenteraad, provinciale staten en de eilandsraad te laten een voorzitter van een raadscommissie, een statencommissie en een eilandsraadscommissie te benoemen en daartoe de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet komt te luiden:
4. Op de voorzitter van een raadscommissie die niet tevens lid van de raad is, is artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 80, vierde lid, van de Provinciewet komt te luiden:
4. Op de voorzitter van een statencommissie die niet tevens lid van provinciale staten is, is artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 117, vierde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba komt te luiden:
4. Op de voorzitter van een eilandsraadscommissie die niet tevens lid van de eilandsraad is, is artikel 14 van overeenkomstige toepassing.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,