Ontvangen 24 juni 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt «Aan artikel 8a, tweede lid,» vervangen door «Artikel 8a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot d tot en met f een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. de personen en de voorwaarden en duur van de ontheffing, bedoeld in artikel 9bis;
2. Aan het tweede lid».
II
In artikel I wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:
Da
Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onverminderd de artikelen 9, tweede lid, en 9a, eerste lid, kan de gemeenteraad bij verordening categorieën personen aanwijzen aan wie het college ontheffing kan verlenen van de verplichtingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en b.
III
In artikel I wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ea
In artikel 10b, zevende lid, wordt «onderdeel e» vervangen door «onderdeel f».
IV
Artikel IIIe wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het opschrift wordt een aanhef ingevoegd, luidende:
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:.
2. Na de aanhef (nieuw) wordt de onderdeelsaanduiding «A» geplaatst.
3. In onderdeel A (nieuw) vervalt in de aanhef «van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers».
4. Na onderdeel A (nieuw) worden vier onderdelen toegevoegd, luidende:
B
In artikel 35 wordt onder verlettering van de onderdelen c en d tot d en e een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. de personen en de voorwaarden en duur van de ontheffing, bedoeld in artikel 37bis;.
C
Na artikel 37 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onverminderd de artikelen 37a, eerste lid, en 38, eerste lid, kan de gemeenteraad bij verordening categorieën personen aanwijzen aan wie het college ontheffing kan verlenen van de verplichtingen, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdelen a tot en met e.
D
In artikel 38, twaalfde lid, wordt «onderdeel c» vervangen door «onderdeel d».
E
In artikel 38a wordt «onderdelen c en d» vervangen door «onderdelen d en e».
V
Artikel IIIf wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het opschrift wordt een aanhef ingevoegd, luidende:
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:.
2. Na de aanhef (nieuw) wordt de onderdeelsaanduiding «A» geplaatst.
3. In onderdeel A (nieuw) vervalt in de aanhef «van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen».
4. Er worden vier onderdelen toegevoegd, luidende:
B
In artikel 35 wordt onder verlettering van de onderdelen c en d tot d en e een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. de personen en de voorwaarden en duur van de ontheffing, bedoeld in artikel 37bis;
C
Na artikel 37 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onverminderd de artikelen 37a, eerste lid, en 38, eerste lid, kan de gemeenteraad bij verordening categorieën personen aanwijzen aan wie het college ontheffing kan verlenen van de verplichtingen, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdelen a tot en met e.
D
In artikel 38, twaalfde lid, wordt «onderdeel c» vervangen door «onderdeel d».
E
In artikel 38a wordt «onderdelen c en d» vervangen door «onderdelen d en e».
De Participatiewet legt verscheidene verplichtingen op aan bijstandsgerechtigden waaraan zij moeten voldoen om aanspraak te kunnen maken op een uitkering, zoals arbeids-,waaronder de sollicitatieplicht, en re-integratieverplichtingen. Recent is in verscheidene steden geëxperimenteerd met het laten vervallen van deze verplichtingen. Het Centraal Planbureau (CPB) concludeert in een eindevaluatie dat ontheffing van verplichtingen in de bijstand geen effect heeft ten opzichte van de uitgangssituatie.1 Dat wil zeggen, de ontheffing leidt niet tot een afname van de uitstroom naar werk. Dit wordt bevestigd in een volgende studie van het CPB, waarin het CPB aangeeft dat ontheffing van verplichtingen geen budgettaire effecten of werkgelegenheidseffecten kent.2 Hiermee bevestigt het CPB de conclusies van de Eindevaluatie van de Participatiewet zoals uitgevoerd door het Sociaal Cultureel Planbureau, dat schrijft dat negatieve prikkels en sancties niet bijdragen aan het vinden van werk.3 Intensieve begeleiding van uitkeringsgerechtigden vergroot de kans op werk daarentegen wel.
Indieners zijn van mening dat gemeenten derhalve zelf moeten kunnen afwegen welke instrumenten zij inzetten om uitkeringsgerechtigden te helpen. Daarmee kunnen gemeenten uitgaan van vertrouwen in mensen, in plaats wantrouwen. Daarbij hoeft het doel niet direct uitstroom naar werk te zijn. Sommige uitkeringsgerechtigden zijn meer gebaat bij behandeling van fysieke of mentale gezondheidsproblemen, schuldhulpverlening, of het doen van vrijwilligerswerk. Dit amendement geeft gemeenten derhalve de mogelijkheid om bij verordening bijstandsgerechtigden op grond van de Participatiewet en uitkeringsgerechtigden op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen categoraal te ontheffen van arbeids-, waaronder de sollicitatieplicht, en re-integratieverplichtingen. Daarmee wordt gemeenten de vrijheid geboden om zelf optimaal beleid in te richten. Middelen die anders zouden worden aangewend voor het opleggen van verplichtingen, kunnen worden aangewend voor intensieve persoonlijke begeleiding.
Hiermee sluiten indieners aan bij een aantal centrale uitgangspunten van de Participatiewet, namelijk lokale beleidsvrijheid, en duurzaam bijdragen aan het vinden van betaald werk.
Het CPB voorziet geen budgettaire effecten of werkgelegenheidseffecten van dit amendement.
Het amendement wordt gewijzigd in verband met de vierde nota van wijziging.4
Kathmann Maatoug