Kamerstuk 35347-45

Amendement van het lid Bisschop over een reparatie in de Meststoffenwet

Dossier: Regels voor de aanpak van de stikstofproblematiek in relatie tot natuur (Spoedwet aanpak stikstof)

Gepubliceerd: 4 december 2019
Indiener(s): Roelof Bisschop (SGP)
Onderwerpen: bodem natuur en milieu organisatie en beleid stoffen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35347-45.html
ID: 35347-45

54,7 %
45,3 %

CDA

SGP

GL

50PLUS

DENK

FVD

SP

PvdD

Van Kooten-Arissen

PVV

CU

D66

Van Haga

PvdA

VVD


Nr. 45 AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP

Ontvangen 4 december 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA (WIJZIGING MESTSTOFFENWET)

Artikel 32, eerste lid, van de Meststoffenwet komt te luiden:

  • 1. Indien op landelijk niveau de omvang van de productie van dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen stikstof of fosfaat, afkomstig van varkens of van pluimvee de omvang van die productie, bedoeld in artikel 18a, derde onderscheidenlijk vierde lid, dreigt te overschrijden en mede gelet op de representativiteit van de prognose, het mogelijk structurele karakter van de overschrijding en op de totale omvang van de productie van dierlijke meststoffen in relatie tot de nationale plafonds, opgenomen in artikel 18a, eerste lid, kan, al naar gelang de overschrijding betrekking heeft op varkensmest of op pluimveemest, bij algemene maatregel van bestuur, in zoverre in afwijking van artikel 28, tweede lid, worden bepaald dat, de vergroting van het varkensrecht, onderscheidenlijk dat de vergroting van het pluimveerecht wordt beperkt tot een bij de maatregel vastgesteld percentage van het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk pluimvee-eenheden waarop de kennisgeving, bedoeld in artikel 27, eerste lid, betrekking heeft.

II

Na artikel IX wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IXA

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juni 2019 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de implementatie van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (35 233) tot wet is of wordt verheven en later in werking treedt dan deze wet, vervalt artikel I, onderdeel D, van die wet.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juni 2019 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de implementatie van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (35 233) tot wet is of wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, komt artikel VIA van deze wet te luiden:

ARTIKEL VIA (WIJZIGING MESTSTOFFENWET)

Artikel 32 van de Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Indien op landelijk niveau de omvang van de productie van dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen stikstof of fosfaat, afkomstig van varkens of van pluimvee de omvang van die productie, bedoeld in artikel 18a, derde onderscheidenlijk vierde lid, dreigt te overschrijden en mede gelet op de representativiteit van de prognose, het mogelijk structurele karakter van de overschrijding en op de totale omvang van de productie van dierlijke meststoffen in relatie tot de nationale plafonds, opgenomen in artikel 18a, eerste lid, kan, al naar gelang de overschrijding betrekking heeft op varkensmest of op pluimveemest, bij algemene maatregel van bestuur, in zoverre in afwijking van artikel 28, tweede lid, worden bepaald dat, de vergroting van het varkensrecht, onderscheidenlijk dat de vergroting van het pluimveerecht wordt beperkt tot een bij de maatregel vastgesteld percentage van het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk pluimvee-eenheden waarop de kennisgeving, bedoeld in artikel 27, eerste lid, betrekking heeft.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De voordracht van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Het amendement is een reparatie van de bijna tegelijkertijd in een spoedprocedure behandelde Wijziging van de Meststoffenwet (35 233), in verband met procedurele afspraken.

Afroming van dierrechten bij overdracht kan grote invloed hebben op de handel in dierrechten. De indiener stelt daarom voor een dergelijke afroming tenminste alleen toe te passen indien dit strikt noodzakelijk is.

De indiener is van mening dat het primair gaat om handhaving van de nationale productieplafonds en dat bij de vaststelling of afroming toegepast moet worden tenminste meegewogen moet worden of al dan niet sprake is van dreigende overschrijding van de nationale productieplafonds. Verder is de indiener van mening dat structurele overschrijding en de dreiging daarvan het echte probleem is. Bij het beoordelen van prognoses moet ook verder gekeken worden dan de momentopname van het aantal dieren op dat moment, omdat het aantal dieren door het jaar fluctueert en de momentopname niet representatief hoeft te zijn. De indiener stelt voor deze aspecten te betrekken bij de afweging of en in welke mate gekozen moet worden voor afroming bij overdracht.

Omdat afroming van dierrechten bij overdracht grote invloed kan hebben op de handel in dierrechten, stelt de indiener voor de voorhangbepaling te handhaven.

Bisschop