Kamerstuk 35347-39

Amendement van het lid Ouwehand over een houdverbod

Dossier: Regels voor de aanpak van de stikstofproblematiek in relatie tot natuur (Spoedwet aanpak stikstof)

Gepubliceerd: 4 december 2019
Indiener(s): Esther Ouwehand (PvdD)
Onderwerpen: bodem natuur en milieu organisatie en beleid stoffen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35347-39.html
ID: 35347-39

46,0 %
54,0 %

GL

PvdD

50PLUS

PvdA

VVD

Van Kooten-Arissen

SGP

Van Haga

SP

FVD

PVV

CU

CDA

DENK

D66


Nr. 39 AMENDEMENT VAN HET LID OUWEHAND

Ontvangen 4 december 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II wordt na onderdeel D een onderdeel toegevoegd, luidende:

E

Na artikel 8.12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8.12a. Houdverbod

Bij veroordeling wegens een misdrijf als bedoeld in artikel 8.11, eerste lid, kan ontzetting van het recht, bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder 6°, van het Wetboek van Strafrecht worden uitgesproken.

II

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA (WIJZIGING WETBOEK VAN STRAFRECHT)

Artikel 28 van het Wetboek van strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 5° door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 6°. het houden van of het werken met dieren.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De rechter kan bepalen dat een ontzetting, bedoeld in het eerste lid, onder 6°, zich beperkt tot hetzij het houden van, hetzij het werken met dieren, alsmede dat de ontzetting zich beperkt tot bepaalde dieren.

Toelichting

Dit amendement regelt dat aan personen die veroordeeld zijn voor het mishandelen of verwaarlozen van dieren, een houdverbod kan worden opgelegd. Wanneer iemand is veroordeeld voor bijvoorbeeld het mishandelen of het verwaarlozen van dieren, moet het mogelijk worden dat dieren tegen deze persoon worden beschermd. Het gaat om een zelfstandige maatregel die de rechter oplegt, waarmee dierenleed voor langere tijd kan worden voorkomen.

Voor de bescherming van dieren moet recidive zoveel mogelijk worden beperkt, zo stelde ook het kabinet in oktober 2018 bij de aankondiging van de versterking van de aanpak van dierenmishandeling en -verwaarlozing. Het wetsvoorstel dat het zelfstandig houdverbod regelt, is echter nog steeds niet aan de Kamer gestuurd, waardoor een houdverbod nog altijd niet kan worden opgelegd als zelfstandige maatregel na dierenmishandeling of -verwaarlozing. Indiener vindt dat een zeer ongewenste situatie.

De maatregelen die het kabinet gaat treffen in het kader van onder andere de stikstofproblematiek vragen daarbij om een wettelijk kader dat ertoe bijdraagt dat als er veehouders moeten stoppen met hun bedrijf, het als eerste dìe veehouders zijn die zich niet aan de wet hebben gehouden en veroordeeld zijn voor dierenmishandeling of -verwaarlozing. Het zou immers onrechtvaardig zijn om voor dierenmishandeling veroordeelde veehouders verder te laten gaan met hun bedrijf, maar andere veehouders dwingen te stoppen.

Dit amendement voorziet daarom in de mogelijkheid voor het opleggen van een zelfstandig houdverbod voor houders van dieren die zijn veroordeeld voor onder andere dierenmishandeling of dierverwaarlozing. Als een dierhouder geen dieren meer mag houden, zal hij zijn productierechten gaan verkopen. Deze kunnen dan afgeroomd worden conform de bestaande regeling.

Ouwehand