Ontvangen 3 december 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van onderdeel 2 wordt «vierde lid» vervangen door «vijfde lid».
2. In onderdeel 2 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:
4. Een in de bijlage, behorende bij deze wet, opgenomen project valt niet onder de bij ministeriële regeling aangewezen categorieën van projecten, bedoeld in het tweede lid.
3. In onderdeel 3 wordt «vierde lid» vervangen door «vijfde lid».
II
Aan artikel I wordt na onderdeel M een onderdeel toegevoegd, luidende:
N
Er wordt een bijlage aan de wet toegevoegd, luidende:
Bijlage, behorende bij artikel 2.9, vierde lid
De projecten die niet onder artikel 2.9, tweede lid, worden aangewezen:
Luchthaven Lelystad,
Luchthaven Schiphol,
Luchthaven Maastricht,
Luchthaven Rotterdam,
Luchthaven Eelde,
Militaire luchthaven Eindhoven, en
De MIRT-projecten:
– A27/A12 Ring Utrecht,
– A1/A28 knooppunt Hoevelaken,
– A6 Almere–Lelystad,
– A4 Haaglanden,
– Innova 58 Tilburg–Eindhoven,
– A27 Houten–Hooipolder, en
– Innova 58 Annabosch-Galder
III
In artikel VI, onderdeel B, wordt «2.9, vierde lid» vervangen door «2.9, vijfde lid».
IV
In artikel VIII, onderdeel B, wordt «2.7, vierde lid» vervangen door «2.9, vijfde lid».
V
In artikel VIII, onderdeel C, wordt «2.7, vierde lid» vervangen door «2.9, vijfde lid».
Dit amendement regelt dat projecten die staan genoemd in de bijlage bij de wet niet onder de vergunning vrijstelling en drempelwaarden kunnen vallen. Dit zijn projecten die niet alleen tijdens de bouw, maar ook bij ingebruikname langdurig voor een verhoogde uitstoot van stikstofoxiden zorgen, alsmede van broeikasgassen. Het is daarom van belang dat voor (de uitbreiding van) deze projecten de vergunningsprocedure op basis van de Wet natuurbescherming zorgvuldig wordt doorlopen. Hierbij wordt opgemerkt dat de meerderheid van de opgesomde luchthavens op dit moment geen geldige Wnb-vergunning heeft.
Ouwehand