Ontvangen 13 november 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I komt te luiden:
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3.20 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde tot en met het twaalfde lid tot tweede tot en met elfde lid vervalt het tweede lid.
2. Het tiende lid (nieuw) vervalt, onder vernummering van het elfde lid (nieuw) tot tiende lid.
B
Artikel 10a.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het eerste tot en met vijfde lid tot tweede tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. De onttrekking, bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, eerste zin, wordt voor een auto met een datum van eerste toelating uit de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019 op jaarbasis verlaagd overeenkomstig de bepalingen die golden op de datum van eerste toelating voor een periode van 60 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van eerste toelating.
2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
3. De onttrekking, bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, eerste zin, wordt voor een auto met een datum van eerste toelating van uiterlijk 31 december 2016 op jaarbasis verlaagd overeenkomstig de bepalingen die golden op de datum van eerste tenaamstelling in het kentekenregister voor een periode van 60 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op die waarin de auto voor het eerst te naam is gesteld in het kentekenregister.
3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door «vierde lid».
C
In artikel 10b.1 vervalt het eerste lid alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid.
II
Artikel II komt te luiden:
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 13bis wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde tot en met het negentiende lid tot tweede tot en met achttiende lid vervalt het tweede lid.
2. Het zeventiende lid (nieuw) vervalt, onder vernummering van achttiende lid (nieuw) tot zeventiende lid.
3. In het tiende lid (nieuw) wordt «zevende lid» vervangen door «zesde lid».
B
In artikel 35o vervallen het eerste lid alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid.
C
Artikel 36c wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het eerste tot en met het vijfde lid tot tweede tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. Het voordeel, bedoeld in artikel 13bis, eerste lid, eerste zin, wordt voor een auto met een datum van eerste toelating van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019 op kalenderjaarbasis verlaagd overeenkomstig de bepalingen die golden op de datum van eerste toelating voor een periode van 60 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van eerste toelating.
2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
3. Het voordeel, bedoeld in artikel 13bis, eerste lid, eerste zin, wordt voor een auto met een datum van eerste toelating van uiterlijk 31 december 2016 op jaarbasis verlaagd overeenkomstig de bepalingen die golden op de datum van eerste tenaamstelling in het kentekenregister voor een periode van 60 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op die waarin de auto voor het eerst te naam is gesteld in het kentekenregister.
3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door «vierde lid».
III
Artikel III komt te luiden:
IV
Artikel IV vervalt.
V
Artikel V vervalt.
VI
Artikel VI vervalt.
VII
Artikel VII vervalt.
VIII
Artikel VIII vervalt.
IX
Artikel X vervalt.
X
Artikel XI vervalt.
XI
Artikel XII komt te luiden:
De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, vierde lid, vervalt.
B
In artikel 7, tweede lid, wordt «ingevolge de artikelen 9 tot en met 9c» vervangen door «ingevolge artikel 9».
C
In de in artikel 9, eerste en tweede lid, opgenomen tabellen wordt «Bij een CO2-uitstoot van meer dan» vervangen door «Bij een CO2-uitstoot vanaf». Voorts wordt «maar niet meer dan» vervangen door «tot».
D
Artikel 9c vervalt.
E
In artikel 12a, tweede en vierde lid vervalt «onderscheidenlijk niet meer voldoet aan de in artikel 9c genoemde voorwaarden,».
XII
Na artikel XII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 23, tweede lid, aanhef, wordt «benzine» vervangen door «benzine, elektriciteit, waterstof».
B
Artikel 23, tweede lid, laatste zin, vervalt.
C
Artikel 23b vervalt.
D
Artikel 24aa vervalt.
E
Artikel 31 vervalt.
XIII
Artikel XVII, onderdeel A, vervalt.
XIV
Artikel XVII, onderdeel C, vervalt.
XV
Artikel XVIII, onderdeel A, komt te luiden:
A
Artikel XXVIII vervalt.
XVI
Artikel XVIII, onderdeel B, vervalt.
XVII
Artikel XVIII, onderdeel C, vervalt.
XVIII
Artikel XVIII, onderdeel D, komt te luiden:
D
Artikel XXX vervalt.
XIX
Artikel XIX komt te luiden:
Overige fiscale maatregelen 2018 wordt als volgt gewijzigd:
A
In het bij artikel XIX, tweede lid, te wijzigen artikel 222, derde lid, van de Provinciewet vervalt onderdeel a, subonderdeel 3°.
B
In het bij artikel XIX, tweede lid, te wijzigen artikel 222, derde lid, van de Provinciewet vervalt onderdeel a, subonderdeel 4°.
C
Artikel XXVI, onderdeel B, vervalt.
D
In artikel XXXI, tweede lid, wordt «artikel XIX en artikel XXVI, onderdeel B,» vervangen door «en artikel XIX».
XX
Artikel XX vervalt.
XXI
Na artikel XXIX wordt een artikel ingevoegd, luidende:
XXII
Artikel XXX, eerste lid, komt te luiden:
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Indieners stellen voor de fiscale stimulering van elektrische auto’s met ingang van 1 januari 2020 volledig stop te zetten. In de praktijk blijkt dat enkel de hoogste inkomens hiervan gebruik (kunnen) maken, terwijl deze groep al tal van andere fiscale voordelen ontvangt en door de invoering van het tweeschijvenstelsel fors lagere inkomstenbelasting gaat afdragen. Met dit amendement wordt tevens de accijnsverhoging op diesel uit het klimaatakkoord teruggedraaid omdat juist degenen die veel gebruik maken van hun dieselwagen maar niet in staat zijn om een duur elektrisch voertuig aan te schaffen met deze maatregel belast worden. Indieners zijn van mening dat, mede gelet op de teruglopende verkoop van dieselauto’s, de huidige ontmoedigingsmaatregelen afdoende zijn om de zakelijke dieselrijder te verleiden naar schonere alternatieven. De totaalopbrengst van deze maatregelen zijn ongeveer € 3,5 miljard over 11 jaar verspreid en worden aangewend om de lasten voor woningcorporaties die voortvloeien uit de Implementatiewet ATAD1 te verlagen.
Dit amendement bewerkstelligt dat de nihiltarieven of verlaagde tarieven in de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 en in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 worden afgeschaft voor nulemissievoertuigen of plug-in hybride voertuigen (PHEV), evenals de kortingen op de zogenoemde bijtelling voor nulemissievoertuigen in de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet inkomstenbelasting 2001. Verder zorgt dit amendement ervoor dat de in het wetsvoorstel opgenomen verhogingen van de accijns op diesel met ingang van 1 januari 2021 en met ingang van 1 januari 2023 geen doorgang vinden. De totale cumulatieve (2020–2030) budgettaire opbrengst van dit amendement bedraagt 3,5 miljard euro.
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
2020–2030 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal pakket maatregelen |
427 |
472 |
580 |
592 |
769 |
805 |
122 |
– 7 |
– 63 |
– 90 |
– 104 |
3.504 |
De totaalopbrengst van deze maatregelen zijn ongeveer € 3,5 miljard over 11 jaar verspreid en worden aangewend om de lasten voor woningcorporaties die voortvloeien uit de Implementatiewet ATAD1 te verlagen en de geplande korting op het budget van Fonds Podiumkunsten in de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen terug te draaien.
Leijten Laçin