Voorgesteld 2 juli 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de gaswinning in Groningen niet enkel voor schade aan gebouwen heeft gezorgd, maar ook voor immateriële schade zoals schade aan de gezondheid van mensen;
constaterende dat de Tijdelijke wet Groningen ertoe strekt om alle schade die het gevolg is van gaswinning in Groningen ruimhartig te vergoeden, waaronder immateriële schade, waardedaling van woningen en kosten die een gedupeerde moet maken om schade aan te tonen;
verzoekt de regering, om in overleg met het IMG, het Instituut Mijnbouw-schade Groningen, te bezien of zij in de werkwijze voor immateriële schade kan opnemen dat immateriële schade, in het bijzonder schade aan de gezondheid, op een rechtvaardige wijze wordt vergoed zonder dat bewoners in juridische procedures worden getrokken,
en dat wanneer er sprake is van twijfel in het voordeel van bewoners wordt beslist,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Agnes Mulder
Aukje de Vries
Sienot