Voorgesteld 21 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in de Tijdelijke wet Groningen is vastgelegd dat het besluit tot vergoeding van schade uiterlijk vijftien maanden kan duren;
overwegende dat het kabinet zich inzet om het besluit tot vergoeding van schade binnen zes maanden af te handelen, zodat de gedupeerde met snelheid wordt geholpen;
verzoekt de regering, om afspraken te maken over de doorlooptijden van de verschillende schadevormen en hierover te rapporteren in haar jaarverslag,
en gaat over tot de orde van de dag.
Sienot
Harbers
Dik-Faber
Agnes Mulder