Voorgesteld 14 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de situatie kan ontstaan dat het IMG woningeigenaren een beschikking stuurt voor vergoeding van de waardedaling door aardbevingen, terwijl op enig moment dit jaar (of later) de civiele rechter in de schadestaatprocedure van Stichting WAG en de woningcorporaties besluit hoe hoog die compensatie moet zijn;
constaterende dat het Ministerie van EZK het IMG adviseert een ander rekenmodel te gebruiken dan de Stichting WAG in de civiele procedure gebruikt, hetgeen tot een andere vergoeding zou kunnen leiden;
verzoekt de regering, om aan het IMG expliciet mee te geven dat indien de civiele jurisprudentie aanleiding geeft tot een hogere vergoeding voor waardedaling, het IMG deze dan ook zal toekennen en daarover ambtshalve een aanvullend besluit neemt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Agnes Mulder