Voorgesteld 18 februari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in CETA importtarieven op geraffineerde olie worden afgeschaft,
overwegende dat het van belang is dat handelspolitiek ten dienste staat van de beperking van uitstoot van broeikasgassen en het bevorderen van de energietransitie, in lijn met de internationale afspraken die daartoe bestaan, zoals het klimaatakkoord van Parijs,
verzoekt de regering, zich er voor in te zetten dat in nieuwe, bilaterale EU handelsverdragen geen verlaging van importtarieven op geraffineerde olie zoals benzine, propaan, butaan, stookolie of kerosine wordt opgenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Diks
Alkaya
Van Kooten-Arissen