Ontvangen 25 januari 2017
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «participatieverklaring» vervangen door: participatie.
II
In de beweegreden wordt «participatieverklaring» vervangen door: participatie.
III
In artikel I, onderdeel E, artikel 7, tweede en derde lid, wordt «participatieverklaringstraject» telkens vervangen door: participatietraject.
IV
Artikel I, onderdeel E, artikel 7a, vervalt.
V
In artikel I, onderdeel E, artikel 8, onderdeel a, wordt «de artikelen 7a, eerste lid, en» vervangen door «artikel» en wordt «de artikelen 7a, derde lid, en» vervangen door: artikel.
VI
Artikel I, onderdeel H, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste onderdeel vervalt: artikel 7a, eerste lid, of.
2. In het tweede onderdeel vervalt »artikel 7a, eerste lid, of» en vervalt: artikel 7a, derde lid,.
VII
Artikel I, onderdeel J, komt te luiden:
VIII
In artikel I, onderdeel N, artikel 34, komt onderdeel b te luiden:
b. € 340 voor het niet voldoen aan de verplichtingen van het participatietraject;.
De indiener onderschrijft het nut van de wettelijke vastlegging van de maatschappelijke begeleiding en ziet ook toegevoegde waarde in verschillende onderdelen van het participatieverklaringstraject, bestaande uit bijvoorbeeld voorlichting en snel leren kennen van kernwaarden uit de Nederlandse Grondwet. Het feitelijk ondertekenen van de participatieverklaring is daarentegen een eenzijdige verklaring, zonder dat daar inspanning van de Nederlandse samenleving of overheid om de inburgeraar op te nemen in de samenleving tegenover staat. Het wordt niet duidelijk wat het ondertekenen van deze verklaring toevoegt aan succesvolle inburgering en straalt vooral wantrouwen jegens de inspanning om te participeren van een inburgeraar uit.
Door dit amendement wordt het woord «verklaring» uit de «participatieverklaringstraject» geschrapt, waarmee het «participatietraject» overblijft. Gemeenten kunnen dit participatietraject zelf nader vormgeven, conform de voorgestelde wet en lagere regelgeving. Het college kan zelf besluiten wanneer een inburgeraar het participatietraject heeft afgerond en of zij dat nodig vinden dat formeel af te sluiten, bijvoorbeeld met een certificaat of bewijs van deelname. Ook kan het College kiezen al dan niet een boete op te leggen als niet wordt voldaan aan verplichtingen. Dit past bij beleidsvrijheid en een stevige regierol voor gemeenten op het gebied van de inburgering.
Voortman