Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Nederlandse Gebarentaal te erkennen en het gebruik daarvan te bevorderen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet wordt verstaan onder:
de visueel-manuele taal die gebruikt wordt door gebarentaligen in Nederland;
personen die de Nederlandse Gebarentaal machtig zijn;
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Onze Minister voert een beleid dat is gericht op het bevorderen van het gebruik van de Nederlandse Gebarentaal bij openbare toespraken van de leden van het kabinet, in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer, en rapporteert hier jaarlijks over aan de Tweede Kamer.
Gesproken berichtgeving in crisis- of noodsituaties wordt zoveel mogelijk onverwijld omgezet in de Nederlandse Gebarentaal.
1. De gebarentalige die ter uitvoering van een wettelijk voorschrift mondeling een eed, belofte of bevestiging moet afleggen, is bevoegd zich, in plaats van met de wettelijk voorgeschreven woorden, met de daarmee in de Nederlandse Gebarentaal overeenkomende gebaren uit te drukken.
2. Bij ministeriële regeling kunnen de met de wettelijk voorgeschreven woorden van een eed, belofte of bevestiging corresponderende gebaren in de Nederlandse Gebarentaal worden vastgesteld.
Er is een Adviescollege Nederlandse Gebarentaal, hierna te noemen: Adviescollege.
1. Het Adviescollege bestaat uit vijf leden, onder wie een voorzitter en een vicevoorzitter.
2. De voorzitter, vicevoorzitter en overige leden van het Adviescollege worden, op voordracht van het Nederlands Gebarencentrum, door Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen.
1. Het Adviescollege heeft tot taak Onze Minister te adviseren over het bevorderen van het gebruik van de Nederlandse Gebarentaal in de samenleving.
2. Het Adviescollege doet dit in ieder geval door te adviseren over de uitvoering van het beleid als bedoeld in het artikel 3, alsmede over de behoeften en ontwikkelingen met betrekking tot de Nederlandse Gebarentaal in relatie tot deze wet.
In artikel 46 van de Wet veiligheidsregio’s wordt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het vijfde en zesde lid, na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
4. De informatievoorziening, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt zoveel mogelijk onverwijld omgezet in de Nederlandse Gebarentaal.
Onze Minister draagt zorg voor een vertaling in de Nederlandse Gebarentaal van deze wet en doet daarvan mededeling door plaatsing in de Staatscourant.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,