Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 3 oktober 2016
Hierbij doen wij u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen ter erkenning van Nederlandse gebarentaal.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
Van Laar Dik-Faber