Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Vreemdelingenwet 2000 te wijzigen teneinde een kinderrechtentoets in te voeren voor verblijfsrechtelijke procedures, zodat het belang van het kind hierin expliciet en uitgebreid wordt vastgesteld, mede gelet op het hiertoe gegeven internationaalrechtelijk kader, en tevens wettelijk vast te leggen dat kinderen voorrang behoren te krijgen in verblijfsrechtelijke procedures;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15 komt te luiden:
In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 14, derde lid, wordt bepaald dat de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14, kan worden verleend onder een beperking verband houdend met:
a. verblijf als familie- of gezinslid aan gezinsleden van Nederlanders en vreemdelingen die rechtmatig verblijven als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e en l;
b. de ernstige bedreiging van de belangen van een in Nederland verblijvende minderjarige vreemdeling.
B
Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Bij het geven van een beschikking ten aanzien van de minderjarige vreemdeling tot het verlenen, verlengen, wijzigen of intrekken van de verblijfsvergunning, vormen de belangen van de minderjarige een eerste overweging.
2. Deze belangen worden vastgesteld en gewogen overeenkomstig een door Onze Minister vastgesteld afwegingskader, waarbij in ieder geval gewicht toekomt aan:
a. de voorwaarden voor een gezonde ontwikkeling van een minderjarige, zoals gedefinieerd in het Best Interest of Child-model;
b. General Comment nummer 14 van het VN-kinderrechtencomité;
C
In artikel 24, eerste lid, wordt aan onderdeel a toegevoegd «, waarbij de aanvraag ten aanzien van de minderjarige vreemdeling zoveel mogelijk met voorrang op andere aanvragen wordt behandeld».
D
Na artikel 32 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Bij het geven van een beschikking ten aanzien van de minderjarige vreemdeling tot het verlenen, verlengen, wijzigen of intrekken van de verblijfsvergunning, vormen de belangen van de minderjarige een eerste overweging.
2. Deze belangen worden vastgesteld en gewogen overeenkomstig een door Onze Minister vastgesteld afwegingskader, waarbij in ieder geval gewicht toekomt aan:
a. de voorwaarden voor een gezonde ontwikkeling van een minderjarige, zoals gedefinieerd in het Best Interest of Child-model;
b. General Comment nummer 14 van het VN-kinderrechtencomité;
E
In artikel 37, eerste lid, wordt aan onderdeel a toegevoegd «, waarbij de aanvraag ten aanzien van de minderjarige vreemdeling zoveel mogelijk met voorrang op andere aanvragen wordt behandeld».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,