Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 14 december 2015 en het nader rapport d.d. 16 december 2015, aangeboden aan de Koning door de Minister voor Wonen en Rijksdienst. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 21 november 2015, no. 2015002038, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Wonen en Rijksdienst, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (gegevensverstrekking Belastingdienst), met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel strekt tot verduidelijking en aanscherping van twee uitvoeringstechnische elementen rond de gegevensverstrekking van de Belastingdienst aan verhuurders in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte. De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar acht aanpassing van de inwerkingtredingsbepaling aangewezen.
Artikel III bepaalt dat deze wet onder toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum (Wrr) in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
De Afdeling merkt op dat, nu het hier om louter uitvoeringstechnische wijzigingen gaat die slechts een verduidelijking en aanscherping inhouden, niet valt in te zien waarom een beroep wordt gedaan op de spoedprocedure van artikel 12. Juist door een beroep te doen op de spoedprocedure kan de indruk ontstaan dat het gaat om een wijziging met materiële gevolgen. Omdat artikel 12 een uitzondering is op de hoofdregel uit de Wrr, dient terughoudend te worden omgegaan met een beroep hierop.
Gelet hierop adviseert de Afdeling adviseert om met betrekking tot artikel III de toepassing van artikel 12 Wrr te schrappen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 21 november 2015, nr. 2015.002038, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 14 december 2015, nr. W04.15.0405/I, bied ik U hierbij aan.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met de opmerkingen van de Afdeling rekening zal zijn gehouden.
Het advies van de Afdeling om met betrekking tot artikel III de toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum te schrappen, is niet gevolgd. Het is namelijk van belang dat de wijzigingen van het wetsvoorstel, hoewel technisch van aard, in werking treden vóór het moment waarop de Belastingdienst de portal tot het verkrijgen van een zogenoemde inkomensverklaring voor de verhuurders open stelt. Dat zal zijn op 1 februari 2016. Om eventuele misverstanden over de huidige tekst te voorkomen, wordt met de voorliggende redactionele wijziging – die geen inhoudelijke wijziging inhoudt – buiten twijfel gesteld dat de (inspecteur van de) Belastingdienst op verzoek van een verhuurder een dergelijke inkomensverklaring moet verstrekken.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De vice-president van de Raad van State,
J.P.H. Donner
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok