Ontvangen 6 november 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan het in artikel XXXV, onderdeel C, opgenomen artikel 33a wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Een verkrijger die in een kalenderjaar de verhoogde vrijstelling, bedoeld in artikel 33, onderdeel 5o, onder c, of onderdeel 7o, slechts gedeeltelijk heeft benut, kan, in afwijking van artikel 33, onderdeel 5o, onderscheidenlijk onderdeel 7o, van dezelfde schenker ontvangen schenkingen ten behoeve van een eigen woning als bedoeld in het eerste lid, tot ten hoogste het onbenutte gedeelte gespreid over verschillende kalenderjaren, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, alsnog ten laste van die verhoogde vrijstelling brengen voor zover de schenkingen plaatsvinden in de periode dat de verkrijger niet ouder dan 40 jaar is en mits ter zake van de schenkingen op de vrijstelling in de aangifte een beroep wordt gedaan.
II
Na artikel XL wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Op grond van het wetsvoorstel mag vanaf 1 januari 2017 iedereen tussen 18 en 40 jaar in één kalenderjaar per schenker (eenmalig) een schenking ten behoeve van een eigen woning van ten hoogste € 100.000 vrij van schenkbelasting ontvangen.
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat deze schenkingsvrijstelling eigen woning niet volledig in één kalenderjaar hoeft te worden toegepast, maar dat de vrijstelling ook verspreid over verschillende kalenderjaren kan worden benut.
Het is daarbij naar keuze van de schenker en de verkrijger welke kalenderjaren worden gekozen mits de verkrijger in alle gekozen kalenderjaren tussen de 18 en 40 jaar is. De verkrijger dient in zijn aangifte schenkbelasting in het eerste kalenderjaar van de gespreide schenking een beroep op de verhoogde schenkingsvrijstelling (met automatische spreiding indien de vrijstelling niet volledig wordt benut) te doen. Vervolgens kan het niet-gebruikte deel van de verhoogde vrijstelling in de andere kalenderjaren worden benut, mits daarop in de aangifte van die jaren een beroep wordt gedaan. De Belastingdienst dient bij te houden of er nog sprake is van een niet-gebruikt deel van de verhoogde vrijstelling ter zake van een schenking van eenzelfde schenker en zo ja, hoe hoog dat bedrag is.
De budgettaire derving van de mogelijkheid tot spreiding over verschillende kalenderjaren naar keuze bedraagt naar schatting € 67 miljoen. De dekking hiervoor is afkomstig van een verhoging van de accijns op rooktabak met ingang van 1 januari 2017. De accijns op rooktabak en op sigaretten wordt verschillend berekend. Voor rooktabak gaat dit per kilogram en bij sigaretten per 1.000 stuks. Mede hierdoor kon een verschil ontstaan tussen de accijns per stuk. De accijns per sigaret is ca. € 0,18, terwijl de accijns per gerolde shag € 0,06–€ 0,09 is, afhankelijk van hoeveel stuks gerold worden per pakje rooktabak. Dit amendement verhoogt alleen de accijns op rooktabak, waardoor het verschil afneemt. Per pakje van 40 gram rooktabak gaat de accijns van € 3,43 naar € 3,79 (niveau 2015).
Van Weyenberg