Gepubliceerd: 2 juli 2015
Indiener(s): Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: belasting financiƫn verkeer weg
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34189-7.html
ID: 34189-7
Origineel: 34189-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 3 juli 2015

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de begripsbepaling voor «Blankenburgverbinding» wordt ingevoegd: Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:.

2. In de alfabetische opsomming van begripsbepalingen wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd, luidende:

kentekenregister: het register, bedoeld in artikel 42 van de Wegenverkeerswet 1994;

2. Aan het slot van de begripsbepaling voor «verantwoordelijke» wordt een puntkomma toegevoegd.

3. De puntkomma aan het slot van de begripsbepaling voor «ViA15» wordt vervangen door een punt.

B

Artikel 2 vervalt.

C

In artikel 4, eerste lid, wordt «Het deel van het tracébesluit dat op tolheffing betrekking heeft, wordt» vervangen door: Voor zover het tracébesluit betrekking heeft op tolheffing, wordt dat.

D

In artikel 8, derde lid, wordt na «van de kentekenhouder uit » ingevoegd: te.

E

In artikel 9, eerste lid onder b, vervalt na artikel 1 «, onderdeel i, ».

F

In artikel 11, tweede lid, vervalt «, bedoeld in artikel 3, derde lid, ».

G

Artikel 15, vierde lid, eerste zin, komt te luiden:

Als het motorrijtuig is staande gehouden met toepassing van het derde lid, kan een beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 12, eerste lid, worden bekendgemaakt door uitreiking aan de bestuurder als:

a. de betalingstermijn na de aanmaning, bedoeld in artikel 8, tweede lid, is verstreken; of

b. de termijn voor het betalen van de toltarief, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder a, is verstreken en er voorafgaand aan de staandehouding geen aanmaning aan de kentekenhouder kon worden gezonden.

H

Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1. » geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In artikel 145c, eerste lid, wordt na «geïnd» ingevoegd: en waarvoor apparatuur in het motorrijtuig moet worden ingebouwd.

Toelichting

Onderdeel A

Dit betreft enkele technische wijzigingen.

Onderdelen B

Artikel 2 geeft mogelijkheid om regels te stellen voor tolheffing door middel van apparatuur die in het motorrijtuig moet worden ingebouwd voor het geval van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Dit wordt echter ook al geregeld door de artikelen 145a tot en met 145e van de Wegenverkeerswet 1994. Daardoor kan dit artikel vervallen.

Onderdeel C

Deze wijziging naar aanleiding van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is abusievelijk niet meegenomen. Het betreft een technische wijziging.

Onderdeel D

Dit betreft een technische wijziging.

Onderdeel E

Dit betreft een technische wijziging.

Onderdeel F

Dit betreft een technische wijziging.

Onderdeel G

Met de wijziging van artikel 15, vierde lid, is beter tot uitdrukking gebracht dat een bestuurlijke boete vanwege het te laat betalen van het toltarief bij staandehouding van het motorrijtuig kan worden opgelegd door uitreiking als voorafgaand aan de staandehouding de NAW-gegevens ontbreken (onderdeel a). Als de NAW-gegevens wel bekend zijn maar er na de aanmaning niet op tijd betaald is (onderdeel b) kan in dat geval ook een bestuurlijke boete door uitreiking worden opgelegd. Met name zal dit spelen bij motorrijtuigen met buitenlandse kentekens. Van deze kentekenhouders is het immers niet eenvoudig om de bestuurlijke boete te innen als ze niet uit zichzelf betalen.

Onderdeel H

Met de artikelen 145a tot en met 145e van de Wegenverkeerswet 1994 is Richtlijn 2004/52/EG van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (PbEU 2004, L 166) geïmplementeerd. Met de voorgestelde aanpassing van artikel 145c, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 wordt nog beter bij die richtlijn aangesloten. Richtlijn 2004/52/EG is immers alleen van toepassing is als er apparatuur in het motorrijtuig moet worden ingebouwd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus