Ontvangen 29 mei 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 3.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt in de aanhef «indien deze» en vervallen de onderdelen a en b.
2. Het tweede tot en met het vijfde lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid, vervallen.
In de Erfgoedwet is volgens de indiener een gezonde balans nodig tussen het belang van de eigenaar en de bescherming van cultureel erfgoed. De indiener is van mening dat bij de aanwijzing van cultuurgoed als beschermd cultuurgoed in het huidige voorstel slechts in zeer beperkte mate rekening wordt gehouden met het belang van de bezitter en de gevolgen die een aanwijzing voor het bezit van hem of haar betekent. Dit amendement regelt daarom dat voor de aanwijzing van een cultuurgoed als beschermd cultuurgoed, altijd toestemming van de eigenaar nodig is.
Van Veen