Gepubliceerd: 1 maart 2014
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: bestuur cultuur en recreatie gemeenten openbare orde en veiligheid organisatie en beleid sport
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33882-2.html
ID: 33882-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

WijWillem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de mogelijkheden tot het opleggen en handhaven van gebiedsgerichte maatregelen op grond van de artikelen 172a van de Gemeentewet en 38v van het Wetboek van Strafrecht uit te breiden, opdat overlast, waaronder voetbalvandalisme, en belastend gedrag jegens personen, effectiever kan worden voorkomen of beëindigd;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 172a van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Na «een persoon die» wordt ingevoegd: individueel of groepsgewijs de openbare orde ernstig heeft verstoord of bij groepsgewijze ernstige verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, dan wel.

b. De puntkomma aan het slot van onderdeel b wordt vervangen door een komma.

c. In onderdeel c wordt «op bepaalde plaatsen» vervangen door: op of vanaf bepaalde plaatsen.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met zevende lid tot vierde tot en met negende lid, worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 2. De burgemeester kan tevens een bevel geven aan een persoon aan wie door een private organisatie een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen sanctie is opgelegd, wegens gedrag dat bij de burgemeester de ernstige vrees doet ontstaan dat die persoon de openbare orde zal verstoren.

  • 3. De burgemeester van een andere gemeente kan een burgemeester verzoeken om een persoon tevens namens hem een overeenkomstig bevel te geven, indien de burgemeester die het bevel geeft, de ernstige vrees heeft dat die persoon ook in de andere gemeente de openbare orde zal verstoren. Het verzoek bevat een aanduiding van de objecten of gebieden waar de aanwezigheid van die persoon niet gewenst is en van de tijdstippen of perioden waarvoor het bevel geldt. De burgemeester zendt een afschrift van het bevel dat hij namens een andere burgemeester heeft gegeven, aan die burgemeester.

3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 4. Van een bevel zich te melden in een andere gemeente, wordt tijdig mededeling gedaan aan de burgemeester van die gemeente.

4. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 6. Het bevel geldt voor:

    • a. een door de burgemeester vast te stellen periode van ten hoogste drie maanden, in welk geval het bevel ten hoogste driemaal kan worden verlengd met een door de burgemeester vast te stellen periode van telkens ten hoogste drie maanden, of

    • b. door de burgemeester vast te stellen tijdstippen of perioden, verspreid over ten hoogste negentig dagen binnen een tijdvak van ten hoogste twaalf maanden.

B

In artikel 172b, vierde lid, wordt «vijfde, zesde en zevende lid» vervangen door: zevende, achtste en negende lid.

ARTIKEL II

Artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel d, wordt in het tweede lid een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. op bepaalde tijdstippen of gedurende een bepaalde periode op een bepaalde locatie aanwezig te zijn,.

2. In het derde lid wordt «twee jaren» vervangen door: vijf jaren.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,