Ontvangen 15 mei 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 6 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. In elke gemeente is in elk geval één lokale bibliotheek. Indien het aantal inwoners van een gemeente een bij ministeriele regeling te bepalen hoeveelheid overschrijdt, is in die gemeente bovendien telkens nog een bibliotheek per bij die regeling te bepalen hoeveelheid inwoners.
II
In artikel 6 wordt in het tweede lid «Zij» vervangen door: De partijen genoemd in het eerste lid.
De indiener is van mening dat de openbare bibliotheek, volgens de wet «lokale bibliotheek», een basisvoorziening is en van groot belang om in artikel 5 onderscheiden bibliotheekfuncties geen wassen neus te laten zijn. Een basisvoorziening moet bereikbaar zijn voor mensen en daarom zullen afhankelijk van het inwonertal van een gemeente voldoende openbare bibliotheekvoorzieningen aanwezig moeten zijn. Indiener kiest er voor om het aantal niet wettelijk te bepalen, maar dit bij ministeriële regeling te doen. Dit geeft de mogelijkheid om een differentiatie van het aantal afhankelijk te laten zijn van de grootte van een gemeente. Ook kan dan in de regeling een mogelijkheid voor ontheffing van de staffeling op genomen worden. Het minimum wordt wel op 1 openbare basisvoorziening per gemeente vastgesteld.
Gemeenten hebben naar de mening van de indiener net als bij andere basisvoorzieningen zoals in standhouding van onderwijs of het onderhoud van de wegen de zorgplicht voor lokale bibliotheken.
Tot slot is de indiener van mening dat de keuze voor een ministeriële regeling ook ruimte voor overleg met de gemeenten, de VNG, geeft. De wijziging van het amendement ziet op een technische aanpassing.
Klein