Ontvangen 18 april 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel N, worden aan artikel 19kn twee leden toegevoegd, luidende:
5. Bij de voorkeursvolgorde, bedoeld in het eerste lid, wordt in elk geval aangegeven dat besluiten die betrekking hebben op daarbij te benoemen of te beschrijven categorieën van duurzame agrarische ondernemers en categorieën van melkveehouderijen die koeien afdoende weidegang bieden, ten opzichte van besluiten die betrekking hebben op andere landbouwactiviteiten, de eerste voorkeur hebben. Bij algemene maatregel van bestuur worden deze categorieën nader bepaald.
6. Een krachtens het vijfde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Dit amendement wil bereiken dat natuurvriendelijke boeren en rundveehouders die weidegang toepassen, voorrang genieten bij de uitgifte van ontwikkelingsruimte boven reguliere ondernemers.
De uitwerking van dit beleid geschiedt per algemene maatregel van bestuur. Hierbij worden in de volgende richtlijnen gehandhaafd:
– bij bedrijven met koeien/runderen wordt ontwikkelingsruimte preferentieel uitgegeven aan die bedrijven die weidegang toepassen (waarbij koeien gedurende minimaal 120 dagen per jaar, ten minste 6 uur per dag, van voorjaar tot najaar in de wei lopen).
– bij de overige agrarische bedrijven wordt «duurzame agrarische ondernemers» verstaan: bedrijven met een biologisch keurmerk, bedrijven met Milieukeur keurmerk, bedrijven met 2 of 3 sterren van de dierenbescherming, of aantoonbaar gelijkwaardige bedrijven.
Het amendement wordt in verband met technische redenen gewijzigd.
Smaling