Ontvangen 10 december 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 4 wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. In onderdeel 6 wordt in het zevende lid, onderdeel a, onder 1°, «bij ministeriële regeling» vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
3. In onderdeel 6 wordt in het zevende lid, onderdeel a, onder 2°, «bij die regeling» vervangen door: bij die algemene maatregel van bestuur.
II
Artikel 1, onderdeel M, komt te luiden:
M
In artikel 19kk wordt de zinsnede «Bij ministeriële regeling van Onze Minister en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur.
III
Artikel I, onderdeel N, wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 19ko, eerste lid, onderdeel g, wordt «bij ministeriële regeling» vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. Artikel 19kn wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij algemene maatregel van bestuur» en wordt «die regeling» vervangen door: die algemene maatregel van bestuur.
b. In het vierde lid wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door: «Bij algemene maatregel van bestuur».
3. In artikel 19ko, vijfde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door: «Bij algemene maatregel van bestuur».
4. Artikel 19koa wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij algemene maatregel van bestuur» en wordt «die regeling» telkens vervangen door: die algemene maatregel van bestuur.
b. In het tweede lid wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door: «Bij algemene maatregel van bestuur».
5. Artikel 19kq wordt als volgt gewijzigd:
a. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het ontwerp van een krachtens het artikel 19kh, vijfde of zevende lid, 19kk, 19kn, eerste of vierde lid, of 19ko, vijfde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
b. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot het derde en vierde lid wordt na het eerste lid een lid toegevoegd, luidende:
2. Onze Minister en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu leggen het ontwerp van het programma en wijzigingen ervan aan de beide kamers der Staten-Generaal over. Het programma wordt niet eerder vastgesteld dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van het programma bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
c. In het derde en vierde lid (nieuw) wordt «een ministeriële regeling» telkens vervangen door «de voordracht voor een algemene maatregel van bestuur» en wordt «vastgesteld» vervangen door: wordt gedaan.
Dit amendement regelt invloed van de Kamer op het verdere besluitvormingsproces door ministeriele regelingen om te zetten in algemene maatregel van bestuur met zware voorhang. De indiener acht dit wenselijk aangezien de manier waarop de Wet in de praktijk uitwerkt, erg afhankelijk is van de invulling van deze regelingen.
Smaling