Ontvangen 19 maart 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan de beweegreden wordt na «wijzigen» ingevoegd:, alsmede een wijziging aan te brengen in het Wetboek van Strafrecht.
II
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Voor de huidige tekst komt de aanduiding «1.» te staan.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Medeplichtigheid aan het misdrijf, bedoeld in het eerste lid, is niet strafbaar indien het een vreemdeling betreft tegen wie een inreisverbod is uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, onderdeel a, van de Vreemdelingenwet 2000.
De strafbaarstelling van illegaal verblijf wordt met het wetsvoorstel als overtreding neergelegd in een nieuw artikel 108a van de Vreemdelingenwet. Artikel 52 van het Wetboek van Strafrecht sluit de strafbaarheid van medeplichtigheid aan overtredingen uit. Personen of organisaties die illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen behulpzaam zijn uit humanitaire overwegingen, zijn dus niet strafbaar.
In het wetsvoorstel is tevens geregeld dat een vreemdeling die tweemaal is beboet in verband met illegaal verblijf, overtreding van een eerder uitgevaardigd inreisverbod daaronder begrepen, een «zwaar inreisverbod» kan worden opgelegd. Verblijf in weerwil van een zwaar inreisverbod is, evenals het verblijf als ongewenst verklaarde vreemdeling, strafbaar gesteld als misdrijf (artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht). Medeplichtigheid aan een misdrijf is wel strafbaar; personen of organisaties die vreemdelingen met een «zwaar inreisverbod» behulpzaam zijn uit humanitaire overwegingen, zijn dus wel strafbaar. Met dit amendement komt de strafbaarheid ten aanzien van deze «medeplichtigheid» te vervallen.
Indien dit amendement wordt aangenomen, komt het opschrift van het wetsvoorstel te luiden: Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en het Wetboek van Strafrecht in verband met de strafbaarstelling van illegaal verblijf van vreemdelingen in Nederland.
Voordewind