Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2014
Bij brief van 4 maart 2014 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie een aantal vragen gesteld inzake het wetsvoorstel strafbaarstelling illegaal verblijf (Kamerstukken 33 512). Ik bericht u hierover als volgt.
De leden Fritsma, Van Hijum en Voortman vragen naar het tijdspad van het wetsvoorstel. Zoals vermeld in mijn brief van 13 februari 2014 (Kamerstuk 33 512, nr. 10) wacht ik op dit moment de onderzoeksresultaten over de werking van het inreisverbod uit zowel het Europese als het nationale onderzoek af. De verwachting is dat de Europese Commissie binnen een aantal maanden het verslag zal afronden. De onderzoeksresultaten zullen worden betrokken bij de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel.
Voor de beantwoording van de overige vragen van de leden Gesthuizen, Fritsma, Van Hijum en Voortman over de afspraken die zijn gemaakt met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP verwijs ik naar de brief van de Minister-President van heden (Kamerstuk 33 750, nr. 37).
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven