Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2012
De toestand van de overheidsfinanciën is zorgwekkend. Daarom zijn in het Begrotingsakkoord 2013 al op zeer korte termijn verstrekkende maatregelen aangekondigd om de toestand van de overheidsfinanciën te verbeteren. Een deel van deze maatregelen ligt op het terrein van de oudedagsvoorziening en de arbeidsmarkt ouderen en zijn uitgewerkt in de wetsvoorstellen die een dezer dagen bij Uw Kamer zullen worden ingediend: het wetsvoorstel Verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd en het wetsvoorstel Bonussen voor werkgevers voor het in dienst nemen van oudere uitkeringgerechtigden en arbeidsgehandicapte werknemers (Kamerstukken 33 290 en 33 284).
Dit eerste wetsvoorstel vervangt het op mijn verzoek van 3 mei 2012 door de Eerste Kamer aangehouden wetsvoorstel Verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW1, met daarin een gedeeltelijke uitwerking van het op 10 juni 2011 afgesloten Pensioenakkoord.
Het tweede wetsvoorstel is een uitwerking van de in het Begrotingsakkoord 2013 afgesproken heroverweging van de inzet van middelen binnen het vitaliteitspakket voor wat betreft de onderdelen werkbonus werkgevers (premiekorting 62+) en mobiliteit. De loopbaanfaciliteiten vallen buiten het bestek van dit wetsvoorstel.
Gezien het tijdpad van de voorgestelde maatregelen debatteer ik graag op zo kort mogelijke termijn met u over deze wetsvoorstellen.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp