Ontvangen 19 juni 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt na «de Wet werk en bijstand,» ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.
II
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet inkomensvoorziening oudere werklozen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. wiens eerste dag van werkloosheid na 30 september 2006 ligt;.
B
Artikel 3a, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. voor wie na 31 december 2007 recht is ontstaan op de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering;.
C
In artikel 50 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
III
In artikel VI, eerste lid, wordt na «De artikelen I, II» ingevoegd: , IIa.
Met dit amendement krijgt de huidige Wet inkomensvoorziening oudere Werklozen (IOW) een structureel karakter.
De verhoging van de AOW-leeftijd mag niet ten koste gaan van mensen die op latere leeftijd onvrijwillig aan de kant komen te staan. Indien zij na afloop van hun WW- of loongerelateerde WGA-uitkering geen werk kunnen vinden, dan zijn zij aangewezen op de bijstand. In de bijstand is sprake van een partner- of vermogenstoets. De indieners vinden het onredelijk en ongewenst dat zij vlak voor pensionering gedwongen kunnen worden hun huis «op te eten».
Door het in stand houden van de overbruggingsuitkering in het kader van de IOW, bieden de indieners mensen die na hun 60e onvrijwillig aan de kant staan een inkomensvoorziening zonder partner- of vermogenstoets.
Na de aanname van het amendement wordt in het opschrift van het wetsvoorstel na «de Wet werk en bijstand,» ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.
Vermeij