Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Waddenfonds te decentraliseren naar de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland en de Raad voor de Wadden niet langer als afzonderlijk adviescollege te laten voortbestaan;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op de Raad voor de Wadden wordt ingetrokken.
De Wet op het Waddenfonds wordt ingetrokken.
1. Voor zover de noodzaak bestaat tot enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van beroepsprocedures, vindt deze plaats overeenkomstig de regels, gesteld in de artikelen 5 en 6 en krachtens artikel 9 van de wet, genoemd in artikel II.
2. Bestaande aanspraken en verplichtingen bij, op grond of in het kader van de wet, genoemd in artikel II, blijven in stand, met dien verstande dat het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân in de plaats treedt van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
3. Indien de in het eerste lid bedoelde bestuursrechtelijke afdoening leidt tot een wijziging van de bestaande aanspraken en verplichtingen, bedoeld in het tweede lid, treedt voor de naleving van die aanspraken of verplichtingen het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân in de plaats van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Milieu,