Ontvangen 22 februari 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Aan artikel 2 van de Wet Raad voor de leefomgeving en infrastructuur wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Tevens heeft de raad tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over aangelegenheden die van algemeen belang zijn voor het Waddengebied. Dit is het gebied zoals omschreven in de structuurvisie, bedoeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening, met betrekking tot de Waddenzee en zoals aangeduid op de daarbij behorende kaart, alsmede het aangrenzende gebied voor zover daar ontwikkelingen plaatsvinden die van directe betekenis zijn voor de Waddenzee. De raad kan de bij het Waddengebied betrokken provincies en gemeenten op hun verzoek of uit eigen beweging adviseren over aangelegenheden met betrekking tot het Waddengebied, voor zover deze voor die provincies of gemeenten in het bijzonder van belang zijn.
Met dit amendement beogen de indieners wettelijk te verankeren dat de adviserende taak die bij de Raad voor de Wadden lag, wordt overgeheveld naar de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLI). Daarbij wordt in de wet opgenomen dat de RLI ook advies uit kan brengen aan de bij het Waddengebied betrokken provincies en gemeenten.
In de Wet Raad voor de leefomgeving en infrastructuur is in artikel 2 op dit moment slechts een algemene adviesbepaling opgenomen.
Naar mening van de indieners, wordt met deze aanvulling recht gedaan aan zowel de decentralisatie van het Waddenfonds als de blijvende betrokkenheid van de Rijksoverheid bij het Waddengebied, gelet op de unieke nationale en internationale waarde van het gebied, dat sinds 2009 door UNESCO is erkend als werelderfgoed.
Bij de formulering van dit amendement is aangesloten bij het bestaande artikel 2 van de Wet op de Raad voor de Wadden.
Van Veldhoven