Kamerstuk 32694-3

Memorie van toelichting

Dossier: Wijziging van de Wet op de huurtoeslag (flexibeler maken kwaliteitskorting)

Gepubliceerd: 14 maart 2011
Indiener(s): Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: belasting financiƫn huisvesting huren en verhuren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32694-3.html
ID: 32694-3

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

In de Wet op de huurtoeslag (Wht) wordt meestal niet de volledige rekenhuur vergoed door huurtoeslag. Er vindt een zogeheten kwaliteitskorting plaats als de huurprijs van de woning boven bepaalde grensbedragen uitkomt. De Wht kent de volgende grensbedragen (prijspeil per 1 juli 2009):

  • de kwaliteitskortingsgrens van € 357,37;

  • de lage aftoppingsgrens voor een- en tweepersoonshuishoudens, van € 511,50;

  • de hoge aftoppingsgrens voor drie- en meerpersoonshuishoudens van € 548,18;

  • de maximumhuurgrens van € 647,53.

De korting is bedoeld om een prikkel in te bouwen voor de huurder om zoveel als mogelijk te kiezen voor een goedkope woning.

Daartoe is in de Wht bepaald dat het deel van de rekenhuur boven de kwaliteitskortingsgrens tot aan de aftoppingsgrens voor 75% wordt gesubsidieerd; de kwaliteitskorting bedraagt hier dus 25%. Het deel van de rekenhuur boven de aftoppingsgrens wordt voor 50% gesubsidieerd voor huishoudens waarvan een der leden 65 jaar of ouder is, voor eenpersoonshuishoudens of voor huishoudens die in verband met de handicap van een der leden een aangepaste woning bewonen. Voor de overige categorieën huishoudens wordt het deel van de rekenhuur boven de aftoppingsgrens niet gesubsidieerd. De kwaliteitskorting bedraagt in dit segment dus 50% dan wel 100%.

Deze percentages liggen op dit moment vast in, respectievelijk volgen uit, de Wht en zijn sinds de inwerkingtreding van de Huursubsidiewet in 1997 ongewijzigd.

Het voorliggende voorstel tot wijziging van de Wht beoogt enkele nu in de Wht opgenomen percentages gemakkelijker te kunnen wijzigen dan nu het geval is, door die percentages bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen. De bedoeling hiervan is de mogelijkheid te scheppen om noodzakelijke bezuinigingen op het budget huurtoeslag zonder wetswijziging in te vullen via een verhoging van de kwaliteitskorting. Hierdoor wordt de prikkel voor huishoudens met lage inkomens om een goedkopere woning te zoeken, vergroot.

In de begroting van Wonen, Wijken en Integratie voor het jaar 2011 is uiteengezet dat in de komende jaren de uitgaven voor de huurtoeslag hoger zullen zijn dan eerder werd geraamd. Dit noodzaakt tot maatregelen om die begroting op orde te houden. In de WWI-begroting 2011 is dan ook aangekondigd dat een bezuiniging op de huurtoeslag zal plaatsvinden die oploopt van € 52,8 mln. in 2012 tot € 175,8 mln. in 2015. Over de concrete invulling van deze bezuiniging zal het kabinet in een later stadium besluiten.

Momenteel is de enige mogelijkheid tot bezuiniging op de huurtoeslag die geen wetswijziging vergt de verhoging van de opslag op de normhuur (eigen bijdrage), naar analogie van eerdere bezuinigingen uit de afgelopen jaren. Met deze bezuinigingswijze worden de lasten van de bezuiniging gelijkelijk gespreid over alle huurtoeslagontvangers. Het kabinet wil daarnaast de mogelijkheid openen om (een deel van) de bezuiniging zonder wetswijziging in te vullen door een verhoging van de kwaliteitskorting boven de kwaliteitskortingsgrens respectievelijk de aftoppingsgrenzen. Hierdoor dragen huishoudens in de wat duurdere huurwoningen een relatief groter deel van de bezuiniging.

Met deze maatregel kan in de huurtoeslag een sterkere prikkel worden ingebouwd voor huishoudens om een woning te zoeken met een lagere huurprijs. In de huidige regelgeving is deze prikkel gering, omdat de huurtoeslag prijsverschillen in de huursector grotendeels wegsubsidieert.

Om binnen een kort tijdsbestek te kunnen beslissen over de vraag of en zo ja in welke mate en eventueel met welke fasering verhoging van de kwaliteitskorting zal plaatsvinden en die verhoging daadwerkelijk te kunnen realiseren, wordt voorgesteld in de Wht de bepaling op te nemen dat de te subsidiëren percentages van de rekenhuur boven de kwaliteitskortingsgrens bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld.

Dit biedt een betere mogelijkheid om de hoogte van de percentages, afhankelijk van de budgettaire situatie in de toekomst, desgewenst bij te stellen. Ook de situatie op de woningmarkt en gedragseffecten die voortvloeien uit wijzigingen van de kwaliteitskorting kunnen in de toekomst aanleiding zijn de percentages in latere jaren opnieuw te wijzigen.

Het parlement krijgt de mogelijkheid om zich uit te spreken over de hoogte van de kwaliteitskorting. Daartoe wordt voorgesteld in de Wht te voorzien in een voorhangprocedure van de algemene maatregel van bestuur van 8 weken.

Door de keuze om in het voorliggende wetsvoorstel uitsluitend de flexibilisering van de kwaliteitskorting te regelen en niet de daadwerkelijke verhoging daarvan, heeft dit wetsvoorstel op zichzelf geen budgettaire en/of inkomensgevolgen en zijn er geen administratieve lasten aan verbonden. Deze gevolgen komen te zijner tijd aan de orde in de algemene maatregel van bestuur waarin het kabinet de bezuiniging op de huurtoeslag nader invult.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner