Ontvangen ter Griffie van de Tweede kamer op 6 april 2011.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 5 mei 2011.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2011
Hierbij zend ik u een ontwerpregeling tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten1. De ontwerpregeling strekt tot aanpassing van de eisen voor het aanleveren en de borging van de kwaliteit van gegevens benodigd voor het berekenen van de kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten voor de periode 2013–2020 binnen het ETS, het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten. De ontwerpregeling hangt inhoudelijk samen met het wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de Wet milieubeheer dat op 26 februari 2011 bij Uw Kamer is ingediend.2 Voor de inhoud van de ontwerpregeling verwijs ik u verder naar de ontwerptoelichting.
De ontwerpregeling strekt tot implementatie van artikel 11, eerste lid, van richtlijn nr. 2003/87/EG,3 zoals gewijzigd door artikel 1, onderdeel 13, van richtlijn nr. 2009/29/EG.4 Die richtlijnbepaling moest uiterlijk op 31 december 2009 zijn omgezet in nationaal recht.5 De ontwerpregeling betreft een actualisering van de eisen die bij regeling van 23 september 2010 in de Regeling monitoring handel in emissierechten zijn opgenomen.6 Zo wordt onder meer de deadline voor het verstrekken van gegevens door bedrijven (thans nog 1 juli 2011) verschoven in verband met verdere vertraging die is opgetreden bij de totstandkoming van Europese uitvoeringsmaatregelen. De voorlegging geschiedt in het kader van de procedure van artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat deze zal worden vastgesteld.
De ontwerpregeling is mede gebaseerd op artikel 16.21 van de Wet milieubeheer. Daarin is, kort gezegd, bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur met betrekking tot inrichtingen die onder het ETS vallen, regels kunnen worden gesteld, die nodig zijn in het belang van de goede werking van dat systeem. Artikel 21.6, zesde lid, eerste volzin, van de Wet milieubeheer bepaalt dat hetgeen ingevolge die wet bij algemene maatregel van bestuur kan worden geregeld, in afwijking daarvan bij ministeriële regeling wordt geregeld, indien de regels uitsluitend strekken ter uitvoering van een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, tenzij voor een juiste uitvoering wijziging van een algemene maatregel van bestuur of de wet noodzakelijk is. Laatstgenoemde uitzondering doet zich hier niet voor.
Wellicht ten overvloede wijs ik erop dat artikel 21.6, zesde lid, derde volzin, van de Wet milieubeheer een termijn hanteert van ten minste vier weken, te rekenen vanaf de toezending van de ontwerpregeling aan uw Kamer.
Een brief van dezelfde strekking heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma