Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN VELDHOVEN

Artikel 16.23a

• 1. Onze Ministers dragen ervoor zorg dat ten minste de helft van de opbrengst van de veilingen op basis van artikel 16.23, eerste lid, wordt aangewend ten behoeve van een of meer van de volgende doelstellingen:

  • a. de reductie van de emissie van broeikasgassen;

  • b. het bevorderen van de ontwikkeling van energie uit hernieuwbare bronnen;

  • c. het voorkomen of verminderen van ontbossing in ontwikkelingslanden die het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering hebben geratificeerd, de overdracht van technologie aan deze landen, dan wel het bevorderen van het vermogen van deze landen om zich aan de negatieve gevolgen van klimaatverandering aan te passen;

  • d. het door middel van bosbouw bevorderen van de vastlegging van binnen de Europese Unie gelegen gronden;

  • e. het bevorderen van de milieutechnisch veilige afvang en opslag van CO₂;

  • f. het aanmoedigen van het overschakelen op vervoersvormen met een lage broeikasgasemissie en op vormen van openbaar vervoer;

  • g. het financieren van onderzoek en de ontwikkeling van het efficiënt gebruik van energie en van milieuvriendelijke technologieën in sectoren die vallen onder de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten;

  • h. het efficiënt gebruik van energie en het gebruik van isolatietechnieken ter reductie van energieverbruik alsmede het verlenen van financiële steun voor de aanpak van maatschappelijke aspecten in huishoudens met een laag of gemiddeld inkomen; of

  • i. de dekking van administratieve uitgaven voor het beheer van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten.

• 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van het eerste lid.