Ontvangen 16 april 2013
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 53a na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. Van de bevoegdheid tot doorzoeken van de woning, bedoeld in het eerste lid, mag slechts gebruik worden gemaakt indien aannemelijk is dat de staande gehouden vreemdeling wiens identiteit niet onmiddellijk kan worden vastgesteld die woning gebruikt als vaste verblijfplaats.
De bevoegdheid om ergens zonder toestemming van de bewoner binnen te gaan is snel mogelijk in het kader van de vreemdelingentoezicht. Om een ongebreideld gebruik tegen te gaan moet artikel 53a, eerste lid, nader geclausuleerd worden. Met dit amendement wil de indiener dat doorzoeken op grond van artikel 53a alleen mogelijk is als aannemelijk is dat de vreemdeling de woning gebruikt als vaste verblijfplaats.
Schouw Gesthuizen