Kamerstuk 32528-10

Amendement van de leden Schouw en Gesthuizen over toestemming van de rechter voor doorzoeking

Dossier: Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verruiming van de bevoegdheden in het kader van het vreemdelingentoezicht


26,7 %
73,3 %

SP

GL

PVV

D66

CDA

50PLUS

VVD

SGP

PvdD

PvdA

CU


Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LEDEN SCHOUW EN GESTHUIZEN

Ontvangen 16 april 2013

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt aan artikel 53a, eerste lid, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma een zinsnede ingevoegd, luidende: voor zover hiervoor een schriftelijke machtiging van de rechter is verkregen.

II

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 53a na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. De schriftelijke machtiging, bedoeld in het eerste lid, kan ook worden verkregen na de doorzoeking van de woning zonder toestemming van de bewoner.

Toelichting

In het wetsvoorstel heeft de Hulpofficier van Justitie de bevoegdheid om een machtiging af te geven voor een doorzoeking. Aangezien het voorstel een vergaande bevoegdheid schept op grondrechten, meer in het bijzonder op het huisrecht en het recht op privacy, vormt dit een te lage drempel. Voorstel is dan ook dat de machtiging afgegeven moet worden door de rechter.

Schouw Gesthuizen