Gepubliceerd: 27 september 2010
Indiener(s): André Rouvoet (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport, minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU), Jan Peter Balkenende (minister-president , minister algemene zaken) (CDA), Hirsch Ballin
Onderwerpen: cultuur cultuur en recreatie recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32522-2.html
ID: 32522-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over de Nederlandse taal en het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Er bestaat grond het hierna in de artikelen II, III en IV omschreven voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen.

ARTIKEL II

Na artikel 23 van de Grondwet wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23a

  • 1. De officiële taal van Nederland is het Nederlands.

  • 2. Bevordering van het gebruik van het Nederlands is voorwerp van zorg der overheid. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de kennis van het Nederlands.

  • 3. Ieder heeft het recht om in het verkeer met de overheid het Nederlands te gebruiken en door de overheid in het Nederlands te worden benaderd, behoudens in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald.

  • 4. De wet stelt regels omtrent het gebruik van het Fries in het verkeer met de overheid.

ARTIKEL III

Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd:

ARTIKEL III

Artikel 23a, derde lid, treedt eerst na vijf jaren of op een bij of krachtens de wet te bepalen eerder tijdstip in werking.

ARTIKEL IV

De additionele artikelen I en II van de Grondwet vervallen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President

, Minister van Algemene Zaken,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Justitie,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,