Gepubliceerd: 10 november 2010
Indiener(s): Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA)
Onderwerpen: afval belasting financiƫn natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32479-5.html
ID: 32479-5

Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 11 november 2010

Met genoegen heb ik geconstateerd dat de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid acht, onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord.

De leden van de SP-fractie onderschrijven de ratio achter de voorgestelde oplossing voor het innen van de afvalstoffenheffing bij kamerverhuur, maar hebben over het ophalen van afval bij kamerverhuurpanden nog enkele vragen, waarop ik hieronder inga.

De regering onderschrijft het uitgangspunt dat verrommeling zo veel mogelijk moet worden tegengegaan. Een goed afvalbeheer en een toegankelijk inzamelsysteem zullen daaraan zeker bijdragen. Elke eigenaar, verhuurder of beheerder van een wooncomplex heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast speelt het gedrag van bewoners een zekere rol, waarbij nonchalance en onverschilligheid bijvoorbeeld een negatief effect kunnen hebben. Uiteindelijk zal een combinatie van een adequaat afvalsysteem, een consistent beheer en redelijk gedrag van bewoners leiden tot minimalisering van verrommeling.

Ten aanzien van de vraag wat dit betekent voor gemeenten en voor Diftar, merk ik het volgende op. De eerste verantwoordelijkheid voor het tegengaan van verrommeling ligt bij bewoner en bij eigenaar, verhuurder of beheerder. Gemeenten kunnen afhankelijk van de plaatselijke situatie op maat gesneden oplossingen aanbieden. Dit wetsvoorstel ziet op het treffen van een regeling voor het verhaal van kosten en niet zozeer op de wijze van inzameling. De inzameling van afval vindt in de meeste gemeenten met kamerverhuursituaties plaats op een andere manier dan met Diftar, waarbij alle bewoners toegang hebben tot de afvalcontainers.

Met betrekking tot de vraag op welke wijze de inzameling van afval in kamerverhuurpanden verbeterd zou kunnen worden, merk ik op dat doorgaans in de grotere steden sprake is van situaties van kamerverhuur waarbij al dan niet gemeenschappelijke inzamelsystemen aan de orde zijn. Voor zover bekend wordt in vrijwel alle gevallen gebruikgemaakt van inzamelsystemen waarbij alle bewoners het afval kunnen aanleveren. Navraag bij de VNG heeft uitgewezen dat Zutphen wat dat betreft een uitzondering blijkt te zijn. Voor lokale problematiek rond afvalinzameling heeft de gemeente de primaire verantwoordelijkheid en zij heeft ook de kennis om met op de lokale situatie toegesneden oplossingen te komen.

In voorkomende gevallen kunnen gemeenten zelf adequate maatregelen nemen om afzonderlijke bewoners toegang te verlenen tot afvalcontainers. Ik heb er vertrouwen in dat ook een gemeente als door de leden van de SP-fractie genoemd er alles aan doet om binnen haar verantwoordelijkheid oorzaken van verrommeling tegen te gaan en ik zie dan ook geen aanleiding om op dat punt nadere wettelijke maatregelen te overwegen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma