Voorgesteld 10 maart 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat recreatiewoningen in toenemende mate gebruikt worden voor de huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten;
overwegende, dat hierdoor, tot dusver zonder enige vorm van sturing, recreatieparken sluipenderwijs een woonfunctie krijgen;
verzoekt de regering om binnen zes maanden een voorstel aan de Kamer voor te leggen waarbij aangegeven wordt of en, zo ja, onder welke condities medegebruik van recreatiewoningen voor de huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten acceptabel is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Paulus Jansen