Ontvangen 6 maart 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt aan het slot voor de puntkomma ingevoegd:, alsmede enige overige regels vast te stellen op het gebied van de volkshuisvesting.
II
In het opschrift van hoofdstuk 3 wordt na «AANBIEDING» ingevoegd: EN TOEWIJZING.
III
Na artikel 21 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In de huisvestingsverordening kan de gemeenteraad bepalen dat ten behoeve van de verdeling van binnen de gemeente gelegen woonruimte van een toegelaten instelling, die toegelaten instelling de inschrijfduur van de inschreven inwoners van die gemeente verhoogt op basis van bij die huisvestingsverordening te bepalen criteria.
IV
Na artikel 45b worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woonruimte als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Huisvestingswet 2014, uitgedrukt in een bedrag per maand.
B
Na artikel 70c wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Elke toegelaten instelling bepaalt mede aan de hand van de duur van inschrijving op een door haar bij te houden lijst van ingeschreven woningzoekenden, en met inachtneming van krachtens artikel 21a van de Huisvestingswet 2014 vastgestelde regels, hoe de verdeling van woonruimten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van die wet, waarvan de huurprijs niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, over die woningzoekenden plaatsvindt.
2. Elke toegelaten instelling neemt op verzoek van een ingeschreven woningzoekende bij een andere toegelaten instelling de duur van inschrijving van die woningzoekende over op haar in het eerste lid bedoelde lijst.
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 12 mei 2011 ingediende voorstel van wet, houdende herziening van de regels over toegelaten instellingen en instelling van een Financiële Autoriteit woningcorporaties (Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting) (Kamerstukken 32 769) tot wet is of wordt verheven, en artikel I van die wet in werking treedt, wordt na artikel 46 van de Woningwet een artikel ingevoegd, luidende:
1. Elke toegelaten instelling bepaalt mede aan de hand van de duur van inschrijving op een door haar bij te houden lijst van ingeschreven woningzoekenden, hoe de verdeling van woonruimten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Huisvestingswet 2014, waarvan de huurprijs niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, over die woningzoekenden plaatsvindt.
2. Elke toegelaten instelling neemt op verzoek van een ingeschreven woningzoekende bij een andere toegelaten instelling de duur van inschrijving van die woningzoekende over op haar in het eerste lid bedoelde lijst.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 12 mei 2011 ingediende voorstel van wet, houdende herziening van de regels over toegelaten instellingen en instelling van een Financiële Autoriteit woningcorporaties (Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting) (Kamerstukken 32 769) tot wet is of wordt verheven, en artikel I van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan, respectievelijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, vervalt artikel 45c.
Dit amendement regelt dat de opgebouwde inschrijfduur als woningzoekende voor een sociale huurwoning bij een corporatie (of samenwerkingsverband van corporaties) altijd kan worden meegenomen bij een reactie op een sociale huurwoning in een andere gemeente of andere woningmarktregio. De mobiliteit op de woningmarkt neemt toe, onder meer omdat mensen met een uitkering verplicht kunnen worden om te solliciteren op banen op grote afstand van hun huidige woonplaats. Het ligt om die reden voor de hand dat opgebouwde inschrijfduur behouden kan blijven ook in een andere gemeente of regio.
Om te voorkomen dat de vergroting van de toegang tot lokale woningmarkten voor woningzoekenden van buiten de lokale woningzoekenden onevenredig benadeelt, creëert het amendement tevens de beleidsmatige ruimte om via een Huisvestingsverordening woningzoekenden die al woonachtig zijn in een gemeente, wijk of kleine kern een «streepje voor» te geven als ze reageren op een woning in hun gemeente, wijk respectievelijk kleine kern. Een voorbeeld daarvan zou in de vorm van een toeslagpercentage bijvoorbeeld dertig procent op de feitelijke inschrijfduur kunnen zijn.
P. Jansen