Gepubliceerd: 21 december 2022
Indiener(s): Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: geluid natuur en milieu organisatie en beleid verkeer
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32252-66.html
ID: 32252-66

Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2022

Hierbij bieden wij u de verslagen over de naleving van de geluidproductieplafonds langs rijkswegen en spoorwegen in het jaar 2021 aan.

De nalevingsverslagen weg en spoor zullen ook op de websites van Rijkswaterstaat en van het Geluidsregister spoor worden geplaatst1. Op deze websites zijn ook de bijlagen, met daarin de geluidproductie op alle referentiepunten in het jaar 2021 te vinden. Deze bijlagen zijn zeer omvangrijk en worden om die reden niet meegestuurd. Ook zijn op deze websites de nalevingsverslagen van voorgaande jaren te vinden.

Tevens bieden wij u een nota van bevindingen aan. Deze nota geeft een nadere duiding van de nalevingsverslagen. Uit de nota komt het volgende beeld naar voren:

Uit al de ingediende nalevingsverslagen blijkt dat met de systematiek van geluidproductieplafonds de geluidproductie op een groot deel van het wegennet en spoorwegennet wordt beheerst. De beheerders geven daarmee actief invulling aan de in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 11, gedefinieerde zorgplicht tot naleving van geluidproductieplafonds. Alle locaties van overschrijdingen en dreigende overschrijdingen worden in de nalevingsverslagen transparant in kaart gebracht en ook wordt aangegeven welke vervolgstappen nodig zijn. Locaties waar het geluid toeneemt, worden vervolgens aangepakt. De nalevingsverslagen beschrijven welke stappen de beheerders hebben gezet om overschrijdingen aan te pakken en om te voorkomen dat op trajecten met dreigende overschrijdingen in de toekomst overschrijdingen zullen ontstaan.

Dat de geluidproductie middels de systematiek van geluidproductieplafonds wordt beheerst, betekent niet dat nergens meer hinder van weg- of spoorgeluid wordt ervaren. Er zijn locaties waar de wettelijke norm (het maximale aantal decibellen toegestaan volgens de Wet milieubeheer) wordt overschreden. Daarom loopt, parallel aan de aanpak van de hierboven genoemde overschrijdingen, ook het Meerjarenprogramma geluidsanering. Het MJPG wordt uitgevoerd middels het plaatsen van raildempers, geluidschermen en/of het aanbrengen van gevelisolatie.

Uit het nalevingsverslag wegen van Rijkswaterstaat blijkt verder dat in 2021 op 152 km rijbaan een stil wegdek voor de naleving van de geluidproductieplafonds is aangelegd. In 2020 was dit 139 km en in 2019 240 km. In de planning voor de komende jaren wordt het aanleggen van stil wegdek doorgezet. Een en ander heeft echter niet voorkomen dat het percentage overschrijdingen in 2021 iets hoger was dan in 2020 (0,8% ten opzichte van 0,7%).

RWS draagt er aan bij om toekomstige overschrijdingen te voorkomen of weg te nemen door zowel het (tijdig) treffen van maatregelen, als door het in de toekomst beter voorspellen van dreigende overschrijdingen en daar onder meer de planning van het vervangen van wegdekken op af te stemmen.

Het nalevingsverslag spoorwegen van ProRail laat zien dat het percentage overschrijdingen van de plafonds in 2021 gering is, namelijk 0,7% van het aantal referentiepunten (in 2020 was dit 0,8%). Alle locaties van overschrijdingen en dreigende overschrijdingen zijn transparant in kaart gebracht. Deze locaties worden aangepakt door ProRail om zo de overschrijdingen weg te nemen of te voorkomen. Uit het verslag blijkt verder dat in 2021 door ProRail meer gebruik is gemaakt van zogenaamde stille technieken, zoals raildempers, voegloze wissels en betonnen dwarsliggers2.

Wat betreft de naleving van de geluidproductieplafonds langs de Hoekse Lijn (de spoorlijn tussen station Schiedam Centrum en Hoek van Holland) blijkt dat de omvang van de overschrijdingen is toegenomen en het zicht op het treffen van maatregelen ontbreekt. Het nalevingsverslag herhaalt de ambitie van de RET om maatregelen voortvarend op te pakken, zonder dat het verslag inzicht geeft hoe deze ambitie wordt vormgegeven of concreet tot oplossingen zal leiden. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal daarom bij de RET nagaan op welke wijze en wanneer het handelen van de RET tot naleving zal leiden. Een verbeterplan, voorzien van een duidelijke en concrete planning en van een plan van aanpak van te treffen maatregelen, is daarbij een eerste stap.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen