Vastgesteld 24 februari 2010
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
1. | Inleiding | 1 |
2. | Voorgeschiedenis en totstandkoming van het herindelingsadvies | 2 |
3. | Toets aan Beleidskader gemeentelijke herindeling en coalitieakkoord | 3 |
3.1. | Toets bestuurskracht | 3 |
3.2. | Toets duurzaamheid | 4 |
3.3. | Toets interne samenhang | 4 |
3.4. | Toets regionale samenhang en evenwicht | 5 |
3.5. | Draagvlak | 6 |
3.5.1. | Maatschappelijk draagvlak | 6 |
3.5.2. | Bestuurlijk draagvlak | 7 |
3.5.3 | Draagvlak en beoordeling zorgvuldigheid van het gevolgde proces. | 7 |
3.6 | Conclusies toets beleidskader | 8 |
4. | Wijziging van de provinciale indeling en grenscorrecties | 9 |
5. | Financiële aspecten | 10 |
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende voorstel.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel van de regering om de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg samen te voegen tot de nieuwe gemeente Woudenberg. Deze leden constateren dat de voorgestelde herindeling met name in Renswoude op breed gedragen maatschappelijk en bestuurlijk verzet kan rekenen. Mede op basis van de informatie die de leden van de PvdA-fractie ontvingen tijdens het werkbezoek dat de Kamer aan het gebied heeft afgelegd willen zij de regering graag enkele vragen stellen.
De leden van de SP-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van dit voorstel voor gemeentelijke herindeling. Belangrijke criteria ter beoordeling van de noodzaak van herindeling zijn voor deze leden de bestuurskracht van gemeenten en, in de eerste plaats, het draagvlak onder de bevolking. Ook de regering zegt dat herindelingen alleen plaats zullen vinden van onderaf, als hiervoor steun is van de bevolking. Zowel de huidige bestuurskracht als het lokale draagvlak rechtvaardigen naar het oordeel van deze leden niet een herindeling. Deze leden willen de regering nog verscheidene vragen ter beantwoording voorleggen.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel inzake de Samenvoeging van de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg, wijziging van de grens tussen de nieuwe gemeente en de gemeenten Barneveld en Utrechtse Heuvelrug en een wijziging van de grens tussen de provincies Gelderland en Utrecht. Alvorens een definitief standpunt in te nemen, willen deze leden de regering graag een aantal vragen voorleggen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel en plaatsen vraagtekens bij het draagvlak voor dit herindelingsvoorstel.
De leden van de SGP-fractie hebben twijfels bij het wetsvoorstel tot herindeling van de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg. Zij vinden het van groot belang dat er draagvlak is bij alle betrokken gemeenten, voordat er tot een herindeling wordt overgegaan. Aan de ene kant is er de sterk levende wens bij de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel om tot herindeling over te gaan. Aan de andere kant staat de gemeente Renswoude waar het bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak ontbreekt. Aangezien de leden van de SGP-fractie als uitgangspunt herindeling op basis van vrijwilligheid hebben, zijn deze leden van mening dat er zwaarwegende redenen dienen te zijn om toch tot (gedwongen) herindeling over te gaan. Vanuit dat perspectief willen zij graag enkele vragen stellen en opmerkingen maken.
2. VOORGESCHIEDENIS EN TOTSTANDKOMING VAN HET HERINDELINGSADVIES
De discussie over de versterking van de bestuurskracht in het Valleigebied loopt al decennialang. De leden van de SGP-fractie constateren dat niettemin de drie gemeenten nog steeds voldoende bestuurskracht blijken te hebben. Kan de regering aangeven welke problemen er dan toch spelen die zo urgent zijn dat herindeling van de drie gemeenten noodzakelijk is?
Het lijkt er naar de mening van de leden van de SGP-fractie op dat de IPC zegt dat de door Renswoude aangedragen alternatieven niet gewenst zijn, omdat het niet past in het grotere plan dat er is voor het Valleigebied. Kan de regering aangeven welke bedreigingen er concreet op zullen gaan treden wanneer het Valleigebied niet langer bij drie gemeenten (Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg) maar bij twee gemeenten (Scherpenzeel/Woudenberg en Renswoude) hoort? Wat zijn op dit moment de problemen waar in het Valleigebied niet adequaat een oplossing voor gevonden kan worden?
3. TOETS AAN BELEIDSKADER GEMEENTELIJKE HERINDELING EN COALITIEAKKOORD
De leden van de CDA-fractie wijzen er op dat gemeente Renswoude voor die werkzaamheden/taken waarop ze zelf niet berekend is, afspraken heeft gemaakt met Veenendaal. Volgens deze leden is Renswoude daarmee goed in staat zelfstandig voort te bestaan. Deelt de regering deze visie?
Is de wijze waarop Renswoude en Veenendaal willen samenwerken als zodanig een voldoende sterk alternatief voor herindeling, zo vragen deze leden.
Deelt de regering het argument van de tegenstanders van deze herindeling dat de bestuurskracht van de afzonderlijke gemeenten de herindeling als zodanig niet noodzakelijk maakt?
De leden van de PvdA-fractie stellen vast dat de reden voor dit wetsvoorstel gelegen is in de wens om de bestuurskracht in het gebied te versterken, en in de stopgezette samenwerking in het gebied. Deze leden constateren echter ook dat de huidige bestuurskracht als voldoende wordt beschouwd. De gemeente Renswoude trekt daaruit de conclusie dat haar zelfstandigheid niet ter discussie hoeft te staan. Graag horen de leden van de PvdA-fractie van de regering of zij verwacht dat de bestuurskracht van de gemeente Renswoude op termijn wel onvoldoende zal blijken te zijn en op wat voor termijn dat zou kunnen gebeuren. Ook vernemen deze leden graag de opvatting van de regering over de actuele problematiek van de bestuurskracht van de andere in het geding zijnde gemeenten. De leden van de PvdA-fractie lezen dat in het herindelingsadvies geconcludeerd wordt dat de drie gemeenten niet los van elkaar gezien kunnen worden. Graag zien zij deze conclusie onderbouwd en vragen zij hoe dit te rijmen is met de mening van het bestuur en inwoners van de gemeente Renswoude.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de voorgestelde nieuwe gemeente verondersteld wordt een grotere bestuurskracht te hebben. Zij zijn echter ook benieuwd hoe de regering de potentiële bestuurskracht beoordeelt van een gemeente die bestaat uit de samenvoeging van Woudenberg en Scherpenzeel?
De leden van de SP-fractie wijzen er op dat uit de bestuurskrachtmeting van 2005 naar voren komt dat de bestuurskracht in alle drie de gemeenten voldoende is. Dat is ook nu nog het geval. Ook de kleinste gemeente, Renswoude, heeft haar zaakjes goed op orde. Deze leden zien in Renswoude juist het voorbeeld dat kleine gemeenten wel degelijk uit de voeten kunnen met een toenemend takenpakket en een bevestiging van het beeld dat een grote schaal niet altijd leidt tot goed bestuur.
De leden van de fractie van de SP begrijpen niet waarom gemeenten die hun zaakjes goed op orde hebben toch onderwerp worden van herindeling. De Interprovinciale Commissie oordeelt dat vanuit de nu nog aanwezige bestuurskracht gekozen moet worden voor herindeling als verbeterstrategie. Deelt de regering deze zienswijze? Op basis van welke gegevens komt zij tot de opvatting dat de huidige bestuurskracht in de toekomst niet meer voldoende zal zijn? Deze leden kunnen niet anders concluderen dan dat hier sprake lijkt te zijn van een «preventieve» herindeling. Waar in het vernieuwde beleidskader gemeentelijke herindeling vinden deze leden informatie over preventieve herindelingen? Welke gemeenten komen volgens de regering nog meer in aanmerking voor «preventieve» herindelingen? Welke gemeenten komen niet in aanmerking voor «preventieve» herindelingen? Deze leden ontvangen graag een uitputtend overzicht.
De leden van de SGP-fractie vragen naar het oordeel van de regering over de te verwachten bestuurskracht van een gemeente bestaande uit Scherpenzeel en Woudenberg ten opzichte van de variant die in dit wetsvoorstel wordt voorgesteld nu Scherpenzeel en Woudenberg vinden dat samengaan met Renswoude onontbeerlijk is in verband met vergroting van de regionale bestuurskracht en de gebiedsopgave. Moet de bestuurskracht van een gemeente van ongeveer 20 000 inwoners als veel sterker beschouwd worden dan een gemeente met 25 000 inwoners? Waar zit dat verschil in?
Ook wordt gesproken over het samenwerkingsmodel Ten Boer. Daar is wel aandacht aan besteed, maar het is deze leden nog niet goed duidelijk geworden of er meer argumenten voor afwijzing zijn dan het gegeven dat het Valleigebied dan in twee gemeenten komt te liggen. Zij krijgen de indruk dat dit het voornaamste bezwaar is. In hoeverre is dit alternatief volgens de regering een serieuze optie? Kan aangegeven worden wat de voor- en nadelen hiervan zijn voor enerzijds de gemeente Renswoude en anderzijds de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel? Is een dergelijk model van samenwerking vanuit de optiek van bestuurskracht per definitie slechter dan een model dat uitgaat van herindeling?
In de toelichting wordt meer in het algemeen gesproken over de toekomstige bestuurlijke opgaven die de gemeenten niet aankunnen. Heeft de regering de indruk dat de drie gemeenten kwalitatief onvoldoende werk leveren? Kan ook worden aangegeven welke toekomstige opgaven de gemeenten niet aankunnen? Deze leden ontvangen graag een reactie van de regering op deze punten.
De leden van de CDA-fractie vragen of naar de mening van de regering, in het perspectief van het verschijnsel krimp, de bouwambitie van de nieuw te vormen gemeente voor de bouw van enkele duizenden woningen en de ontwikkeling van enkele tientallen hectaren bedrijventerreinen nog wel realistisch is.
Hoewel de regering aangeeft, dat het voorstel past in het vernieuwde Beleidskader gemeentelijke herindeling, vragen de leden van de VVD-fractie de regering om een nadere onderbouwing daarvan. Voldoet het voorstel wel aan het herindelingskader van de regering? De regering is toch van mening dat herindelingsvoorstellen van onderop tot stand moeten komen. In het onderhavige voorstel is daar, gelet op het standpunt van de gemeente Renswoude, niet echt sprake van. In hoeverre is het voorstel daarmee, volgens de regering, als duurzaam te beschouwen? De leden van de VVD-fractie constateren dat het onderhavige voorstel de steun van de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel heeft, alsmede van de provinciebesturen van Utrecht en Gelderland. Het voorstel kan echter niet op steun van de gemeente Renswoude rekenen. Zij vragen zich dan ook af wat daarvan de consequenties zullen zijn voor de nieuw te vormen gemeente.
Anderzijds heeft het alternatief, een samenvoeging van de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel, geen draagvlak bij deze twee gemeenten, omdat deze samenvoeging niet duurzaam wordt geacht. Is de regering het met de leden van de VVD-fractie eens dat daarmee een mogelijk alternatief vervalt? Hoe ziet de regering dat? Gaarne krijgen zij een reactie van de regering.
De leden van de CDA-fractie vragen of er naar de mening van de regering een wezenlijk verschil is tussen het voorliggende voorstel en een eventuele herindeling van uitsluitend de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel. Met andere woorden, is deelname van Renswoude onontbeerlijk voor het welslagen van deze herindeling als zodanig?
Kan de regering aangeven hoe Woudenberg en Scherpenzeel hun toekomst zien indien Renswoude uit het wetsvoorstel wordt geamendeerd?
De leden van de PvdA-fractie zien een verwijzing naar het wenselijke kernenbeleid. Zij onderschrijven deze wenselijkheid, zeker ook om de nu kleine afstand tussen bevolking en bestuur zo goed mogelijk te handhaven en de actieve dorpsgemeenschappen te ondersteunen. Daarom ontvangen zij graag een nadere uitleg over het voorgenomen kernenbeleid.
De leden van de SP-fractie voorzien dat met voorgenomen herindeling een probleem zal ontstaan. Het zal gaan om een gedwongen herindeling. De gemeente Renswoude heeft duidelijk aangegeven deze herindeling niet te zien zitten en liever intensiever wil samenwerken met Veenendaal. Ook de inwoners geven massaal aan dat zij deze herindeling ongewenst vinden. Is dit niet een bijzonder slecht begin van een nieuwe gemeente, zo vragen deze leden. Is hier wel sprake van voldoende interne samenhang?
Meer specifiek vragen de leden van de SGP-fractie aandacht voor het argument van de samenhang in het Valleigebied: is er op dit moment sprake van een niet-samenhangend beleid in het Valleigebied?
3.4. Toets regionale samenhang en evenwicht
De leden van de CDA-fractie vragen hoe de regering aan kijkt tegen de schaal van de nieuw te vormen gemeente in relatie tot de toekomst en in relatie tot de omvang van de gemeenten in de omgeving.
Ook over de regionale en interne samenhang hebben de leden van de PvdA-fractie enkele vragen. Zij constateren dat de gemeente Renswoude de voorkeur geeft aan samenwerking met buurgemeente Veenendaal en dat deze gemeente daar positief tegenover lijkt te staan. Graag worden deze leden nader geïnformeerd door de regering over de samenhang die er bestaat tussen deze beide gemeenten en de effecten die deze samenwerking kan hebben op de bestuurskracht van Renswoude.
Ook hebben de leden van de PvdA-fractie kennis genomen van de oprichting van de gemeenschappelijke regeling Food Valley. Hierin nemen Scherpenzeel en Renswoude deel, maar de gemeente Woudenberg niet. Graag vernemen deze leden wat voor conclusies hieruit getrokken moeten worden voor de interne samenhang van de nieuwe gemeente.
De leden van de SP-fractie lezen dat de Interprovinciale Commissie versterking van de regionale samenhang en evenwicht als argument noemt voor de samenvoeging. Door de herindeling zou een beter regionaal evenwicht ontstaan, omdat de nieuwe gemeente qua grootte lijkt op de omliggende gemeentes. Waarom is dit zo belangrijk, zo vragen de leden van de SP-fractie. Wat doen kleine gemeenten af aan regionale samenhang, en aan evenwicht? Welke problemen in de regio zijn nu onoverkomelijk? Deelt de regering de visie van deze leden dat ook kleine gemeenten een volwaardige partner zijn in het aanpakken en oplossen van regionale problemen?
De leden van de SP-fractie hebben vaker gezien dat gedwongen fusies de sfeer in gemeenten bepaald geen goed doen. Deelt de regering deze constatering? Waarom is volgens de regering een gedwongen herindeling dan toch noodzakelijk? Wat gaan de inwoners hiermee vooruit? In welk opzicht worden zij hier beter van? En welke problemen worden met deze herindeling opgelost?
Deze leden ontvangen graag een reactie van de regering.
De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre de regering het toelaatbaar acht dat een kleine gemeente als Renswoude het totale herindelingsproces zo beïnvloedt, met als gevolg dat de gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg in een onmogelijke positie worden gebracht. Welke mogelijkheden ziet de regering om alsnog de steun van de gemeente Renswoude voor deze samenvoeging te verkrijgen en zo het gewenste bestuurlijke draagvlak te creëren? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Mocht de onderhavige samenvoeging niet tot stand komen dan moet er naar de mening van de leden van de VVD-fractie naar alternatieven worden gekeken. Er blijven er echter niet veel alternatieven over. Er rest eigenlijk niets anders dan dat Woudenberg zich richt tot de gemeente Leusden en Scherpenzeel tot de gemeente Barneveld. Hoe ziet de regering dat? Wat zijn de voor- en nadelen daarvan? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De leden van de PVV-fractie vragen of er is gekeken naar een eventuele samenwerkingsvariant tussen Scherpenzeel en Barneveld.
De leden van de SGP-fractie hebben de indruk dat een belangrijke overweging bij de standpuntbepaling van de regering de beschikbaarheid van alternatieve vormen van samenwerking of herindeling is. Uit de stukken krijgen deze leden niet de indruk dat er onderzoek is gedaan naar het alternatief van een herindeling van de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel. Is deze aanname juist? Waarom is dit niet gebeurd? Zou een dergelijke optie niet de meest voor de hand liggende kunnen zijn om de bestuurskracht van zowel Woudenberg als Scherpenzeel te kunnen versterken?
In de inleidende toelichting lezen de leden van SGP-fractie over het samenwerkingsverband van de drie gemeenten. Deze leden zouden graag meer inzicht ontvangen in de bestaande samenwerkingsverbanden. Van welke samenwerkingsverbanden maken de respectievelijke gemeenten deel uit? Voor welke thema’s? Maken deze gemeenten daarvan gezamenlijk deel uit of is er sprake van een diversiteit aan samenwerkingsverbanden, afhankelijk van het thema dat aan de orde is? Is er op basis van dit overzicht van de samenwerkingsverbanden meer te zeggen over de bestuurlijke oriëntatie van de drie gemeenten in de praktijk?
3.5.1. Maatschappelijk draagvlak
De leden van de CDA-fractie vragen, hoe de regering het massieve verzet in Renswoude heeft laten meewegen in haar besluit dit voorstel naar de Kamer te zenden. Is er onderzocht of er breder gedragen alternatieven denkbaar zijn?
Deze leden vinden dat er zeer zwaarwegende argumenten moeten zijn om goed functionerende gemeenten als Renswoude gedwongen her in te delen. Welke argumenten rechtvaardigen het negeren van de wil van Renswoude om zelfstandig te blijven? Deze leden ontvangen hierover graag een beschouwing van de regering.
Het draagvlak voor een herindeling is voor de leden van de SP-fractie een van de belangrijke criteria voor de beoordeling van het voorstel. Zowel bestuurlijk als maatschappelijk ontbreekt dit draagvlak, naar de mening van deze leden. De gemeenteraad van Renswoude is unaniem tegen deze herindeling. De inwoners van Renswoude staan vierkant achter hun vertegenwoordigers. Twee keer is in de gemeente een referendum gehouden en twee keer was de uitkomst overduidelijk. Hoe komt de regering tot haar conclusie dat er voldoende draagvlak is voor deze herindeling? In ieder geval in Renswoude zien deze leden dat niet. Hoe is het draagvlak in Scherpenzeel en Woudenberg gemeten? Wat was de uitkomst?
De leden van de SP-fractie begrijpen dat de gemeente Renswoude aan Scherpenzeel en Woudenberg heeft aangeboden een gezamenlijk referendum te houden. Waarom is het hier niet van gekomen? Acht de regering het, gezien het ontbrekende maatschappelijke draagvlak, alsnog wenselijk om deze herindeling middels een referendum voor te leggen aan de lokale bevolking?
De leden van de PVV-fractie vinden dat er pas van een zorgvuldig besluit kan worden gesproken als de burgers in meerderheid het voorgestelde veranderingsproces steunen. Dit is de essentie van democratie. De regering heeft verzuimd de plaatselijke bevolking de invloed te geven die het verdient en dit is in de ogen van de PVV erg kwalijk. Ondanks dat deze leden het grote belang zien van schaalvergroting, zijn zij, in tegenstelling tot dit kabinet, van mening dat een unaniem lokaal draagvlak hiervoor wel een vereiste is. In Renswoude werd in 2007 en 2008 een referendum gehouden over de nieuwe herindeling. In 2007 was maar liefst 98% van de inwoners tegen, terwijl in 2008 80,7% voorstander was van de huidige situatie. De mensen in Renswoude staan dus massaal achter het behoud van zelfstandigheid en zijn tevreden met hun huidige gemeente. In de andere gemeenten zijn geen referenda gehouden, maar ook daar kan worden geconcludeerd dat onder bepaalde lagen van de bevolking grote oppositie is tegen het voorliggende voorstel.
De regering geeft geen direct oordeel over het maatschappelijk draagvlak in de drie gemeenten. De leden van de SGP-fractie zouden graag een beoordeling van dit draagvlak ontvangen voor de drie afzonderlijke gemeenten.
De leden van de PvdA-fractie zijn bezorgd over de effecten van het volledig ontbreken van draagvlak in Renswoude op de samenwerking in een nieuwe gemeente. Deze leden worden graag geïnformeerd over de voortgang in de voorbereiding op de vorming van de voorgestelde gemeente.
De regering komt tot de conclusie dat het voorliggende voorstel leidt tot voldoende bestuurlijk draagvlak in het Valleigebied. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een nadere onderbouwing daarvan.
De leden van de PVV-fractie wijzen er ook op dat het voorstel op bestuurlijk niveau niet op unanimiteit kan rekenen. Zo is de gemeenteraad van Renswoude pertinent tegen en wijst deze erop dat er geen concrete bestuurlijke knelpunten zijn die de RSW-fusie noodzakelijk maken. Zij ontvangen graag een uiteenzetting van de regering over de waarde die zij aan dit feit wil hechten.
3.5.3 Draagvlak en beoordeling zorgvuldigheid van het gevolgde proces
De leden van de CDA-fractie wijzen er op dat de gemeente Renswoude de inwoners tot tweemaal toe via een referendum heeft betrokken bij de mogelijke herindeling. Hebben ook de gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg hun inwoners in de ogen van de regering voldoende bij de herindelingsdiscussie betrokken?
De leden van de SP-fractie zien alternatieven voor deze herindeling. Deze zijn eerder ook aangedragen, en enkele zijn onderzocht, zoals een Valleigemeente en het model Ten Boer. Wat is de opvatting van de regering op het door de gemeenten Renswoude en Veenendaal aangedragen Visiedocument samenwerking Renswoude Veenendaal? Waarom is dit alternatief niet nader onderzocht? Is de regering bereid dit alsnog te doen? Herindelingen moeten van onderop komen, dus vanuit de gemeenten worden gestart en gesteund. Dat staat ook in het vernieuwde beleidskader gemeentelijke herindeling. Waarom weegt het oordeel van de provincies dan toch zwaarder dan het door gemeenten aangedragen alternatief?
De beslissingen in de verschillende gemeenteraden zijn naar de mening van de leden van de PVV-fractie op een ondemocratische wijze genomen, waarbij de burgers niet zijn geconsulteerd, met uitzondering van het bovengenoemde niet-bindende referendum in Renswoude waar de bewoners op een overweldigende wijze hun tegenstand lieten blijken. Toch wordt deze herindeling doorgedrukt en dit vinden de aan het woord zijnde leden een schande. Deze leden zijn een voorstander van draagkracht bij de burgers, terwijl de regering zich laat leiden door draagkracht bij bestuurders. De leden van de PVV-fractie zijn benieuwd naar de reactie van de regering op hun bovenstaande opmerkingen over het draagvlak voor dit wetsvoorstel.
De leden van de SGP-fractie merken op dat zowel Renswoude als Veenendaal duurzame samenwerking tussen deze twee gemeenten voorstellen. Is dit een optie die naar de mening van de regering te overwegen is? Wat zijn de argumenten van de regering om hier niet op in te gaan? Zouden er grote problemen ontstaan indien voor deze variant wordt gekozen?
In de discussie over deze samenwerking wordt ook regelmatig gesproken over de dreiging dat de gemeente Veenendaal Renswoude graag wil, omdat dit grondgebied voor woningbouw op zou leveren. Is woningbouw in Renswoude één van de zoekopties van de gemeente Veenendaal? Kan worden aangegeven in welke mate het volgens de bestaande regionale of plaatselijke plannen – mede in het licht van de Ecologische Hoofdstructuur – mogelijk is om in dit gebied te bouwen? Hoe reëel is die dreiging? Deze leden ontvangen graag een uiteenzetting van de regering over deze punten.
3.6 Conclusies toets beleidskader
De leden van de SP-fractie brengen in herinnering dat op 2 juli 2009 de Kamer de motie-Van der Staaij (TK 28 750, nr. 9) heeft aangenomen. Deze motie spreekt uit dat «ongeacht het inwoneraantal, een gemeente niet gedwongen kan worden tot herindeling, wanneer concrete bestuurlijke knelpunten dit uiterste middel van een herindeling niet rechtvaardigen». Dat is volgens de leden van de SP-fractie juist wat er bij dit voorstel voor herindeling wel aan de hand is. Kan de regering uitleggen waarom zij deze motie naast zich neer heeft gelegd?
De aan het woord zijnde leden vragen voorts een toelichting van de regering op de volgende passage in de memorie van toelichting: «Opvallend hierbij is nog te vermelden dat in de loop van het herindelingsproces de gemeente Renswoude haar bestuurlijke en deels inhoudelijke oriëntatie op het Valleigebied inmiddels heeft verplaatst richting Veenendaal.» Wat bedoelt de regering hier met de term «opvallend», zo vragen deze leden. Zij vragen dit mede in verband met het feit dat Veenendaal en Renswoude al vele jaren op tal van terreinen samenwerken.
In de memorie van toelichting lezen de leden van de VVD-fractie dat de regering de door de gemeente Renswoude aangedragen herindelings- en samenwerkingsvarianten onvoldoende en ongewenst vindt. Deze leden hebben begrepen dat de gemeente Renswoude het zoekt in de richting van de gemeente Veenendaal. Maar tijdens de door de vaste kamercommissie BZK georganiseerde hoorzitting bleek nog eens duidelijk dat die relatie niet verder gaat dan samenwerking en ondersteuning. Er wordt in feite door Renswoude geen echte keuze voor samengaan gemaakt, maar slechts voor zelfstandigheid met ondersteuning. Daar tijdens de hoorzitting het standpunt van de gemeente Renswoude zo pregnant naar voren werd gebracht, krijgen de leden van de VVD-fractie graag van de regering een nadere onderbouwing waarom de regering het standpunt van Renswoude afwijst. Voor de leden van de VVD-fractie geldt in ieder geval dat samenwerken vanuit kracht moet geschieden en niet vanuit zwakte.
De leden van de SGP-fractie wijzen op de motie-Van der Staaij (TK 28 750, nr. 9) waarin de Kamer in meerderheid heeft uitgesproken dat het gewenst is «expliciet als uitgangspunt in het beleidskader op te nemen dat, ongeacht het inwoneraantal, een gemeente niet gedwongen kan worden tot herindeling, wanneer concrete bestuurlijke knelpunten dit uiterste middel van een herindeling niet rechtvaardigen». Hoe kijkt de regering in het licht van deze uitspraak aan tegen de voorliggende herindeling?
In de toelichting lezen deze leden over de door Renswoude aangedragen herindelings- en samenwerkingsvarianten de passage: «... onvoldoende en daarom ongewenst, omdat het niet leidt tot een duurzame bestuurskrachtversterking van de gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg voor wat betreft de samenwerkingsvariant en geen draagvlak heeft voor wat betreft de grote Valleigemeente.» Kan deze passage worden toegelicht? Is de indruk van de leden van de SGP-fractie juist dat hier staat dat varianten ongewenst zijn, omdat ze niet passen in de plannen van Scherpenzeel en Woudenberg en de plannen van de IPC?
De leden van de SGP-fractie vragen zich af of met een dergelijke argumentatie het beleidskader niet wordt ondergraven. Kan dan nog gesproken worden over een open overleg waarin alle alternatieven worden overwogen? Is een dergelijke motivering in het algemeen voldoende om door een gemeente aangedragen alternatieven terzijde te schuiven? Wat is dan nog precies de waarde van de in het beleidskader gegeven mogelijkheid om alternatieven aan te dragen?
4. WIJZIGING VAN DE PROVINCIALE INDELING EN GRENSCORRECTIES
De leden van de CDA-fractie ontvangen graag een reactie van de regering op de opvatting van de gemeente Barneveld dat de grenscorrectie rond «De Lucht» niet meer noodzakelijk is omdat de gemeente Barneveld heeft besloten het gebied geen recreatieve bestemming te geven.
De leden van de SP-fractie vragen aandacht voor de grenscorrectie bij Camping de Lucht. Voorgesteld wordt zowel het huidige terrein van de camping, dat nu al een recreatieve bestemming heeft en op het grondgebied van Renswoude ligt, als de gewenste grond voor de uitbreiding, die nu op het grondgebied van de gemeente Barneveld ligt en een agrarische bestemming heeft, toe te voegen aan de nieuw te vormen gemeente. Deze leden vragen zich af of dit noodzakelijk en gewenst is. De gemeente Barneveld gaat op dit moment over de bestemming van deze gronden en heeft een verzoek tot uitbreiding van de camping afgewezen. Zij zijn bezig met het vernieuwen van het bestemmingsplan en er loopt nog een bezwaarprocedure van de campingeigenaar. De leden van de SP-fractie vragen of het niet beter is het democratische proces in de gemeente Barneveld af te wachten. Zij ontvangen hierop graag een reactie van de regering.
De leden van de SGP-fractie zouden graag meer informatie ontvangen over de eventuele grenscorrectie bij Overberg. Er wordt in de stukken gesproken over een eenduidige vraagstelling bij het onderzoek onder de bevolking. Wat was de precieze vraag die aan de bewoners is voorgelegd?
Over de gebieden C, D, E en F vragen de leden van de SGP-fractie in hoeverre daar ook sprake is van bewoning. Zijn er inwoners van de gemeenten betrokken bij deze correcties?
De leden van de SP-fractie merken op dat de regering vermeldt dat de nieuwe gemeente € 0,7 mln. minder gaat ontvangen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds dan nu het geval is bij de som van de algemene uitkeringen. Zij verwacht dat deze structurele verlaging opgevangen wordt door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. Wat is de regering voornemens te doen indien deze verwachtingen uitblijven? Herindelingen kosten geld, de uitkering op grond van de maatstaf herindeling zal hiervoor nodig zijn. Wat als blijkt dat er straks toch een tekort op de begroting ontstaat als gevolg van de herindeling, zo vragen de leden van de fractie van de SP.
Samenstelling:
Leden: Halsema, F. (GL), Beek, W.I.I. van (VVD), Staaij, C.G. van der (SGP), Pater-van der Meer, M.L. de (CDA), Bochove, B.J. Van (CDA), Gerkens, A.M.V. (SP), Sterk, W.R.C. (CDA), Krom, P. de (VVD), ondervoorzitter, Leerdam, J.A.W.J. (PvdA), voorzitter, Griffith, L.J. (VVD), Boelhouwer, A.J.W. (PvdA), Algra, R.H. (CDA), Irrgang, E. (SP), Brinkman, H. (PVV), Kalma, P. (PvdA), Raak, A.A.G.M. van (SP), Burg, B.I. van der (VVD), Schinkelshoek, J. (CDA), Leijten, R.M. (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Pechtold, A. (D66), Bilder, E.J. (CDA), Anker, E.W. (CU), Heijnen, P.M.M. (PvdA) en Laaper-ter Steege, S.Th.M. (PvdA).
Plv. leden: Azough, N. (GL), Teeven, F. (VVD), Vlies, B.J. van der (SGP), Joldersma, F. (CDA), Smilde, M.C.A. (CDA), Polderman, H.J. (SP), Spies, J.W.E. (CDA), Aptroot, Ch.B. (VVD), Wolbert, A.G. (PvdA), Zijlstra, H. (VVD), Vermeij, R. (PvdA), Knops, R.W. (CDA), Gerven, H.P.J. Van (SP), Roon, R. de (PVV), Heerts, A.J.M. (PvdA), Bommel, H. van (SP), Remkes, J.W. (VVD), Çörüz, C. (CDA), Wit, J.M.A.M. de (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Ham, B. van der (D66), Haersma Buma, S. van (CDA), Cramer, E.A. (CU), Kraneveldt-van der Veen, M. (PvdA) en Timmer, A.J. (PvdA).