Gepubliceerd: 21 december 2009
Indiener(s): Marleen de Pater-van der Meer (CDA)
Onderwerpen: immigratie migratie en integratie
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32205-5.html
ID: 32205-5

32 205
Wijziging van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en de instelling van een raad van toezicht

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 21 december 2009

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inleiding

De leden van de SP-fractie hebben over het wetsvoorstel nog enige opmerkingen en vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en de instelling van een raad van toezicht.

De vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie en de VVD-fractie komen hieronder aan de orde. Daarbij is zoveel mogelijk de indeling van de memorie van toelichting gevolgd.

1. De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

De leden van de SP-fractie vragen of het juist is dat door het onder de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (hierna: de Kaderwet) brengen van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (hierna: COA) de controlerende en sturende invloed van de minister van Justitie wordt vergroot. Deze leden vragen op welke punten naar mening van de regering de controle en de sturing in de huidige Wet COA tekortschiet. Kan de regering aangeven op welke probleempunten, die nu blijkbaar bestaan, de oplossing zal worden gevonden in de instrumenten van de Kaderwet?

Rechtspositie personeel

De leden van de SP-fractie vragen wat de mening is van de Ondernemingsraad van het COA over de handhaving van de huidige arbeidsvoorwaarden en het onthouden van de ambtenarenstatus aan het personeel? Deze leden stellen vast dat in de memorie van toelichting als enig argument wordt genoemd dat het voor het COA goedkoper is om het personeel van het COA de ambtenarenstatus te onthouden en dat de arbeidsvoorwaarden dan te gunstig zouden worden voor het personeel. Waarom is deze afweging zo eenzijdig gemaakt?

Financieel toezicht

De leden van de VVD-fractie constateren dat het advies van de Raad van State om te kiezen voor één toezichtskader voor het financieel toezicht op het COA door de regering niet is gevolgd. In het antwoord geeft de regering aan dat in de voorgestelde regeling de door afdeling 4.2.8 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) geïnspireerde basisregeling van de Kaderwet voor het financiële toezicht op zelfstandige bestuursorganen wordt aangevuld met de instrumenten van afdeling 4.2.8 van de Awb. Dit zou één samenhangend toezichtskader vormen, dat even bestendig is als ieder van de twee genoemde regelingen. De aan het woord zijnde leden verzoeken de regering nader in te gaan op het argument van de Raad van State dat de inhoudelijke samenloop voor de toekomst niet vaststaat.

2. De interne structuur van het COA

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat het COA een proef wil doen met het huisvesten van arbeidsmigranten in de Bollenstreek (of elders). Is het de bedoeling dat het COA noodgedwongen private activiteiten gaat ondernemen om een externe inkomstenbron tot stand te brengen en is dit een door de regering gestelde voorwaarde? Waarom concentreert het COA zich niet eerst op haar kerntaak, te weten het opvangen van vreemdelingen in het kader van asiel? Er zijn immers nog capaciteitsproblemen bij de opvang van asielzoekers en er moeten tenten worden ingezet om aan de capaciteitsvraag te voldoen. Daarnaast is het COA voortdurend bezig om vervanging te zoeken voor volgens planning sluitende centra. Naar mening van deze leden moet daar de aandacht van het COA op gericht zijn.

Voornoemde leden vragen of er met het instellen van een interne raad van toezicht niet een extra bestuurslaag wordt geschapen waardoor er de facto weinig zal veranderen. Het bestuur wordt weliswaar teruggebracht tot drie personen, maar taken en functies die nu in het bestuur zijn ondergebracht zullen niet vervallen en voortgezet worden als «sub-bestuur». Kan de regering dit onderschrijven?

De aan het woord zijnde leden kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de nieuwe raad van toezicht zal fungeren als lange arm van de minister van Justitie. Regels met betrekking tot aanstelling en verantwoording wijzen in die richting. Kan de regering duidelijk maken hoe gegarandeerd wordt dat de onafhankelijkheid van de interne raad van toezicht niet slechts een papieren onafhankelijkheid zal zijn?

De leden van de VVD-fractie lezen in de toelichting over de daling van het aantal op te vangen asielzoekers van – 86 000 op te vangen asielzoekers vier jaar geleden naar de huidige 22 000. Daarbij heeft een intensieve krimp van de organisatie plaatsgevonden. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot de behoefte aan een klein en slagvaardig bestuur, aldus de regering. Deze leden hebben geen bezwaar tegen een klein en slagvaardig bestuur, maar zij vragen of de regering hierbij ook rekening houdt dat na de daling van het aantal asielaanvragen de afgelopen jaren er nu een stijging plaatsvindt. Zij verzoeken de regering hier nader op in te gaan.

Voornoemde leden kunnen ermee instemmen dat geen gevolg is gegeven aan de wens van het COA om het bestuur te laten benoemen, schorsen en ontslaan door de raad van toezicht. Deze leden zijn het ermee eens dat nauwe betrokkenheid van de minister van Justitie bij de vorming van het bestuur van het COA gewenst is.

De aan het woord zijnde leden lezen in de memorie van toelichting dat de raad van toezicht, evenals het bestuur, de minister van Justitie tijdig informeert over zaken die de politieke verantwoordelijkheid van de minister van Justitie raken. Zij vragen de regering uiteen te zetten op welke punten de voorgestelde regeling met betrekking tot de ministeriële verantwoordelijkheid verschilt van de huidige regeling.

Verder willen deze leden weten of en hoe de regering het parlement gaat informeren over het functioneren van het COA. Aan welke normen wordt het COA getoetst? Deze leden zouden graag zien dat het parlement kan controleren dat de regering het toezicht op het COA heeft uitgeoefend en aan de hand van welke criteria. Zij verzoeken de regering hier nader op in te gaan. Is de regering verder bereid het parlement jaarlijks te informeren over het jaarverslag en de gedetailleerde jaarrekening van het COA?

De aan het woord zijnde leden vragen of bij dit wetsvoorstel is overwogen de rechtsvorm van het COA te wijzigen. Zij verzoeken de regering te motiveren waarom is gekozen het COA niet te verzelfstandigen c.q. waarom van het COA geen baten-lastendienst wordt gemaakt.

3. Financiële gevolgen en administratieve lasten

De leden van de SP-fractie vragen wat de financiële gevolgen zullen zijn voor wat betreft de kosten van bestuur en raad van toezicht in vergelijking met de huidige situatie. Zij vragen naar de concrete invulling van de salariskosten van de nieuwe organisatie en alle bijkomende kosten die aan de functies verbonden zijn.

De aan het woord zijnde leden vragen of het juist is dat er geen verschillen zullen ontstaan in de wijze van financieren door de overheid. Zal er naar behoefte worden gefinancierd en zal ook zorg worden gedragen voor de financiële middelen om een noodzakelijke capaciteitsbuffer aan te houden? Deelt de regering de mening dat een zorgvuldige planning ook financiële handelsruimte vereist zodat opvang in tenten, bungalowparken en hotels kan worden voorkomen?

De voorzitter van de commissie,

De Pater-van der Meer

Adjunct-griffier van de commissie,

Puts


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: De Wit (SP), Arib (PvdA), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Azough (GL), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), Joldersma (CDA), Teeven (VVD), Van Velzen (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Krom (VVD), Timmer (PvdA), Griffith (VVD), Verdonk (Verdonk), Pechtold (D66), Heerts (PvdA), Bouwmeester (PvdA), De Roon (PVV), Roemer (SP), Thieme (PvdD), Van Toorenburg (CDA), Anker (CU), Laaper-ter Steege (PvdA).

Plv. leden: Langkamp (SP), Besselink (PvdA), Van der Vlies (SGP), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Gent (GL), Leijten (SP), Sterk (CDA), Jonker (CDA), Van Miltenburg (VVD), Ulenbelt (SP), De Vries (CDA), Weekers (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Zijlstra (VVD), Koşer Kaya (D66), Yücel (PvdA), Bouchibti (PvdA), Fritsma (PVV), Karabulut (SP), Ouwehand (PvdD), Smilde (CDA), Slob (CU), Spekman (PvdA).