Ontvangen 18 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel F, onder 1, komt te luiden:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. De eigenwoningschuld wordt verhoogd met het gezamenlijke bedrag van:
a. de schulden die zijn aangegaan voor verbetering of onderhoud van de woning of ter afkoop van de rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot de woning voor zover die schulden uitgaan boven het positieve bedrag van de eigenwoningreserve direct voorafgaande aan de verbetering, het onderhoud of de afkoop;
b. de schulden die zijn aangegaan ter betaling van de kosten ter verkrijging van de in het eerste en tweede lid bedoelde eigenwoningschuld of van de in onderdeel a bedoelde schulden, waarbij afsluitprovisies in aanmerking worden genomen tot het maximum, bedoeld in artikel 3 120, zevende lid.
Artikel I, onderdeel G, komt te luiden:
G. Artikel 3 120 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 3 119a, derde lid» vervangen door: artikel 3 119a, derde lid, onderdeel a.
2. In het vierde lid, onderdeel a, wordt «de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde renten» vervangen door: de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde renten met uitzondering van de daar bedoelde kosten van geldleningen.
Met de in dit amendement voorgestelde wijzigingen wordt het voorstel tot afschaffing van de goedkoperwonenregeling teruggedraaid. De budgettaire derving van het amendement is geraamd op € 70 miljoen per jaar.
Remkes