Kamerstuk 32127-50

Amendement van het lid Roemer waarin wordt geregeld dat de gemeenten bevoegd blijven voor kleine windmolenparken

Dossier: Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)


32 127
Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)

nr. 50
AMENDEMENT VAN HET LID ROEMER

Ontvangen 12 november 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 3.1 vervalt de zinsnede, luidende: en wordt na «9d, tweede en derde lid,»ingevoegd: 9e, vijfde lid, 9f, zesde lid,.

II

Artikel 3.2, onderdeel C, vervalt.

III

Artikel 3.2, onderdeel D, vervalt.

IV

Artikel 3.2, onderdeel E vervalt.

Toelichting

Provincies zijn op basis van de Nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening al bevoegd om een inpassingplan op te stellen als provinciaal belang gediend is. Deze wet maakt het echter voor nagenoeg alle windprojecten op land mogelijk dat provincies gemeentelijke belangen overrulen. Daarmee worden projecten vanaf 10 mw aan gemeenten opgedrongen waar lokaal geen draagvlak voor is. Met de huidige stand der techniek betekent 10 mw een opstelling van 2 á 3 grote windmolens met grote impact op de omgeving. Naast de kans op versnipperde verspreiding van windmolens hoort de beslissing voor plaatsing van projecten in deze omvang op gemeentelijk niveau thuis. Om deze reden regelt het amendement dat de voorgestelde artikelen 9e, 9f, en 9g van de Electriciteitswet komen te vervallen (II) alsmede de verwijzingen naar deze nieuwe artikelen (I,III en IV).

Roemer