Ontvangen 12 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 5.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, eerste volzin, vervalt: , en vervalt met ingang van 1 januari 2014.
2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Deze wet vervalt met ingang van 1 januari 2014, met uitzondering van hoofdstuk I, afdeling 2 tot en met 4.
De in de wet voorgestelde wijzigingen tot 2014, specifiek op het gebied van:
* het passeren van gebreken indien belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld (ook opgenomen in het voorstel wijziging bestuursprocesrecht dat naar verwachting in 2012 ingevoerd wordt)
* het regelen van het relativiteitsvereiste (idem)
* het verlengen van de houdbaarheid van onderzoeken die ten grondslag liggen aan een besluit
* beperking van het beroepsrecht van decentrale overheden
* uitsluiten van pro-forma beroepschriften en verplichting tot het doen van een uitspraak door de administratieve rechter binnen 6 maanden na afloop beroepstermijn
* aanpassen van de MER-plicht door afschaffen van verplicht alternatievenonderzoek en advisering door de commissie MER bij projecten
* van toepassing verklaren van de lex silencio positivo op aanvragen om een aanlegvergunning
zijn verbeteringen die natuurlijk niet in strijd zijn met geldend recht zoals het verdrag van Aarhus en Europese richtlijnen, anders hadden ze in deze wet ook niet gekund. Om overgangsproblemen te voorkomen, ligt het voor de hand dit permanent te doen. Dit amendement voorziet daarin.
Koopmans