Kamerstuk 32127-27

Amendement van het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink c.s. over het invoeren van een voorhangprocedure

Dossier: Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)


94,0 %
6,0 %

CDA

PVV

SP

SGP

VVD

Verdonk

GL

PvdA

CU

PvdD

D66


32 127
Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)

nr. 27
AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK C.S.

Ontvangen 5 november 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel 5.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.2a

De voordracht voor een krachtens de artikelen 1.2, 2.2, 2.4, 2.9, 2.18 of 5.1 vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp in de Staatscourant is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, wensen en bedenkingen ter kennis van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en Onze Minister of Onze Ministers wie het mede aangaat, te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd te regelen dat de in de Crisis- en herstelwet aangekondigde bij AMvB uitgewerkte aanwijzing of uitbreiding van categorieën en lijsten van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Bijlage I en II), wettelijke voorschriften (bijlage III), ontwikkelingsgebieden (Afdeling 1), innovatieprojecten (Afdeling 2), bouwprojecten (Afdeling 6), lokale projecten van nationale betekenis (Afdeling 7) en/of regels gericht op versnelling van de ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten en op goede uitvoering van de wet (artikel 5.1) worden voorgehangen bij beide kamers der Staten-Generaal.

De aangekondigde aanwijzingen en uitbreidingen leiden tot (tijdelijke) ontheffing c.q. wijziging van de van toepassing zijnde wettelijke regels. Onder normale omstandigheden zouden regering en parlement, indien uitbreiding van deze bijlagen wenselijk is, een wet in formele zin tot stand brengen. Omdat een algemene maatregel van bestuur sneller in werking kan treden is gezien de doelstelling van deze wet ervoor gekozen dit te regelen bij AMvB. De regering is voornemens het parlement hierbij te betrekken middels een jaarlijks voortgangsrapportage. Dit amendement regelt dat genoemde AMvB wordt voorgehangen bij de Kamer zodat de Kamer indien gewenst hierover kan meebeslissen.

Hierbij wordt conform de bestaande regeling in de wet milieubeheer (21.6, vierde lid, Wm) voorzien in een korte zienswijze procedure van vier weken zodat de Kamer het geleverde commentaar kan betrekken bij de standpuntbepaling over het ontwerp besluit.

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Koopmans

Samsom