Voorgesteld 10 december 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat mensen die tussentijds Nederland verlaten, zich alleen vrijwillig kunnen verzekeren tegen een AOW-hiaat en niet achteraf alsnog AOW-rechten kunnen inkopen;
constaterende, dat sommigen, onder wie zendelingen en ontwikkelingswerkers, zich niet vrijwillig hebben verzekerd door het gebrek aan inkomsten in het buitenland dan wel vanwege onwetendheid rondom de verzekeringsmogelijkheid;
voorts constaterende, dat de verzekeringsmogelijkheid slechts duurt voor de termijn van maximaal tien jaar wanneer de buitenlandse arbeid wordt verricht in dienst van een, niet in Nederland erkende, organisatie;
van mening, dat diegenen die zich om genoemde redenen niet hebben verzekerd, de mogelijkheid moet worden geboden om – evenals nieuwkomers – achteraf AOW-rechten in te kopen;
verzoekt de regering de mogelijkheid te onderzoeken hoe AOW-rechten achteraf ingekocht kunnen worden indien mensen zich niet vrijwillig hebben verzekerd tijdens het verblijf in het buitenland vanwege een tekort aan inkomsten, dan wel vanwege een overschrijding van de 10-jaars termijn, en gaat over tot de orde van de dag.
Ortega-Martijn
Omtzigt
Vermeij